Het ‘nieuwe leren’ staat voor een hedendaagse mix van klassiek (‘klassikaal’) leren en diverse vormen van leren die mogelijk gemaakt worden door online-middelen en eventueel zelfs sociale media. Het gaat dus niet alleen om het al langer bekende fenomeen ‘e-learning’, maar om een menging van oude en nieuwe vormen. Het ‘nieuwe leren’ kan dan ook best omschreven worden als ‘blended learning’.
Door de mix moet een efficiëntere vorm van opleiden ontstaan. De ‘return on investment’ moet groter zijn, vooral dan omdat de klassieke onderwijsmethoden aangevuld worden met online-kanalen die ook tijdens het werk zelf geleerd en geraadpleegd kunnen worden. Dat spaart tijd, kost (misschien) minder en – vooral – het zorgt ervoor dat het geleerde verankerd wordt. Dat laatste is nu net de zwakke plek van vele leervormen: vaak staan ze te ver af van de realiteit op de werkplek of er ligt gewoonweg te veel tijd tussen de opleiding en de mogelijke toepassing.
“Hiermee kunnen we in een korte tijd veel medewerkers opleiden”, merkt Cécile Leonard, HR-manager bij ING België, op in het Nederlandse vakmedium P&O Actueel. Ze prijst tevens de flexibiliteit, het gebruiksgemak en de kortere tijd die nodig is om iets aan te leren. Met de online-luiken kan ook overal geleerd worden, zowel op het werk als thuis. Toch waarschuwt ze ook dat de klassieke methode evenmin verwaarloosd mag worden: “Het moet een evenwichtige mix worden van twee leermethodes en dat noemen we ‘blended learning’. Om bepaalde aspecten van kennis over te dragen, gaat er niets boven menselijke aanwezigheid.”