Iedereen herinnert zich nog de bittere stakingsactie bij autoruitenproducent AGC Automotive in het Waalse Fleurus die maar liefst 105 dagen heeft geduurd. Deze staking is uitvoerig aan bod gekomen in de media, vooral door de gijzeling van de directieleden door de stakende werknemers begin december 2004. De vakbonden hadden ook stakingsposten geplaatst waardoor iedere toegang tot de onderneming onmogelijk werd gemaakt. De werkgever trok in januari 2005 naar de voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Charleroi die (in kortgeding) een dwangsom oplegde van 5000 euro voor iedere werkwillige die door de stakingsposten zou worden tegengehouden.
De vakbonden tekenden hoger beroep aan tegen deze beschikking, maar kregen recent ongelijk van het Hof van Beroep in Bergen (zetelend in kortgeding). In zijn arrest van 21 november 2005 werden de grenzen van het stakingsrecht nogmaals duidelijk getrokken. Zo duldt het Hof niet dat werknemers hun recht tot staken (lees: hun recht om niet te werken) misbruiken door werkwilligen het recht op arbeid te ontnemen of door de werkgever de toegang te ontzeggen tot zijn eigendom, de bedrijfsgebouwen.
Hoewel de vakbonden het tegendeel beweren, heeft het Hof van Beroep zich niet uitgesproken over het stakingsrecht zelf. De werknemers behouden uiteraard het recht om collectief het werk neer te leggen zonder dat zij hiervoor kunnen worden gestraft. Het arrest benadrukt enkel dat dit stakingsrecht niet absoluut is en dat de stakers niet het recht hebben een onderneming af te sluiten van de buitenwereld. Het Hof bevestigde dus de beschikking van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Charleroi.
Uit dit arrest blijkt ook dat het niet zonder risico is om deel te nemen aan stakingsposten. Omdat de vakbonden zelf geen rechtspersoonlijkheid hebben, kan de rechter enkel een dwangsom opleggen aan de personen die fysiek aanwezig zijn. Het zijn m.a.w. niet de vakbonden maar wel de stakers zelf die, desgevallend, de dwangsom zullen moeten betalen.