Minder vaak, minder snel en minder kwalitatief werk
Allochtone jongeren vinden minder vaak én minder snel werk dan autochtone jongeren en dreigen daardoor meer in de langdurige werkloosheid terecht te komen. Terwijl 14 procent van de autochtonen een jaar na schoolverlaten geen baan heeft, loopt dit percentage bij de allochtonen van Turkse of Noord-Afrikaanse origine op tot bijna 50 procent.
Ook de functies waarin allochtone schoolverlaters hun beroepsloopbaan starten, zijn kwalitatief minder gunstig dan deze van autochtonen. Ze hebben in hun eerste baan minder vaak een vast contract, hun werk is minder uitdagend, kent minder variatie en mogelijkheden om zich uit te leven, ze beschikken over minder autonomie en ze werken vaker in slechte arbeidsomstandigheden.
Een minder gunstige arbeidsmarktpositie beperkt niet alleen de levenskansen en de sociale integratie van de huidige generaties allochtone jongeren, het hypothekeert ook de kansen van hun kinderen.
Grootschalig onderzoek
In hun nieuwste boek ‘Zwart op wit’ brengen de onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel de arbeidsmarktintrede van allochtone jongeren in kaart. Ze gaan tevens na in welke mate de beroepspositie beïnvloed wordt door toegeschreven (etnische en sociale achtergrond en geslacht) kenmerken en verworven kenmerken (onderwijsniveau en onderwijsresultaat). Dit doen ze door allochtone en autochtone jongeren systematisch met elkaar te vergelijken op basis van een grootschalige peiling bij 9000 Vlaamse jongeren die uitgevoerd werd door de interuniversitaire onderzoeksgroep SONAR (Studiegroep van ONderwijs naar ARbeidsmarkt), die de overgang van school naar werk bestudeert.
Groot belang onderwijs
Uit de analyses blijkt het grote belang van het behaalde onderwijsniveau voor een succesvolle intrede op de arbeidsmarkt. Zowel de kansen op het vinden van werk, als de kansen op het vinden van een uitdagende baan, met een hoger beroepsprestige en goede arbeidsomstandigheden, worden rechtstreeks bepaald door het behaalde diploma.
De etnische herkomst en de sociale achtergrond (zoals het onderwijsniveau en de werksituatie van de vader) hebben daarnaast nog een beperkte invloed. Op zich is dat goed nieuws. Het betekent dat de arbeidsmarkt vrij meritocratisch werkt.
Onderwijs maakt het verschil en dat is ook de functie van het onderwijssysteem: talent selecteren en ontwikkelen.
De onderzoekers maken wel volgende kanttekening: het onderwijssysteem zelf functioneert niet zo meritocratisch. Het opleidingsniveau dat men uiteindelijk bereikt, wordt immers sterk beïnvloed door de etnische en sociale achtergrond.
Het boek
Het boek ‘Zwart op wit – De intrede van allochtonen op de arbeidsmarkt’ werd geschreven door Ignace Glorieux, Ilse Laurijssen en Yolis Van Dorsselaer. De auteurs zijn verbonden aan de onderzoeksgroep TOR van de VUB en lid van de interuniversitaire onderzoeksgroep SONAR, die de overgang van school naar werk bestudeert.
Ignace Glorieux is hoogleraar Sociologie, Ilse Laurijssen bereidt een proefschrift voor over de verschillen in de vroege arbeidsloopbanen van mannen en vrouwen, Yolis Van Dorsselaer doet onderzoek naar de overgang van school naar werk.
Het boek is uitgegeven door Garant, telt 117 blz. en kost 14,90 euro. ISBN 97890 441 2482 8.