Het antwoord is duidelijk. Ja en neen. Sommige leiders doen het goed, andere minder goed. Laat me toe me te beperken tot de people manager. Een goede leider – gisteren, vandaag en morgen – zorgt ervoor dat hij een gemotiveerd team onder zich heeft. Leiders die hun team blijvend kunnen motiveren, zullen hun medewerkers zien openbloeien. Die werknemers krijgen de kans om zich te ontwikkelen en kunnen hun prestatieniveau alleen maar opbouwen. En daar wint iedereen bij.
Deze motivatie verkrijg je door te zorgen dat medewerkers duurzaam inzetbaar zijn en maximaal op hun talenten ingezet worden. Maar hoe breng je nu zo’n nieuwe wind op de werkvloer? Eerst en vooral: ga de dialoog aan met je werknemers. Zoek uit waar hun passies liggen én zet in op hun sterktes in plaats van te hameren op hun tekortkomingen. Dat brengt alleen maar frustratie en onzekerheid met zich mee, wat de groei van je werknemers belemmert en waardoor ze uiteindelijk nieuwe horizonten zullen verkennen. In onze huidige evaluatiegesprekken wordt nog te vaak aandacht besteed aan wat moet verbeteren, terwijl het zoveel makkelijker is om je natuurlijke talenten te perfectioneren en echt uit te blinken in een discipline. Daardoor zal je medewerker meer voldoening halen uit zijn job en vergroot je bovendien de expertise binnen je bedrijf.
Een collega, Roeland Broeckaert, schreef onlangs het boek ‘Dienend leiding geven’, waarin hij bouwt op de stelling dat werknemers het gelukkigst zijn als ze autonomie krijgen, een sterke band met collega’s en bedrijf opbouwen, en overtuigd zijn/worden van hun competenties. Zitten die goed? Proficiat, dan heb je de ideale werkomgeving ontworpen. Je geeft je team nog de nodige sturing, maar ook het vertrouwen en de ruimte om je medewerkers zelf de finish te laten bereiken. Je stimuleert hen om ervaring op te doen. En daar draait het om.