De federale regering heeft in haar Zomerakkoord de mogelijkheid gecreëerd voor ondernemingen om een deel van hun winst aan hun werknemers toe te kennen. Volgens het ontwerp van wetgeving zal deze bonus voordelig worden belast en de werkgever hoeft er geen RSZ-bijdragen op te betalen. Ook de administratieve verplichtingen worden eenvoudig gehouden, zeker wanneer alle werknemers dezelfde winstpremie krijgen.
Deze winstpremies zullen kunnen worden betaald vanaf 1 januari 2018, voor de winst verbonden aan een boekjaar afgesloten sinds 30 september 2017. Deze bespreking geldt wel nog onder voorbehoud van publicatie van de wetgeving in het Belgisch Staatsblad.
Formaliteiten van de winstpremie
Een winstpremie is een geldsom, ze wordt toegekend als percentage van het loon van de werknemers of als bedrag. De premie dient steeds aan alle werknemers binnen de onderneming (of de groep van ondernemingen) te worden toegekend.
Deze nieuwe premievorm is niet te verwarren met die andere bonus, de niet-recurrente resultaatsgebonden bonus (loonbonus, betaald in uitvoering van cao 90). Voor die laatste moeten eerst objectieve en vooraf bepaalde collectieve doelstellingen in de onderneming (of groep van ondernemingen) worden behaald.
De formaliteiten en verplichtingen voor een werkgever om een winstpremie te kunnen toekennen, verschillen naargelang het gaat om een identieke of een gecategoriseerde winstpremie.
(Para)fiscale behandeling van de winstpremie
De RSZ beschouwt de winstpremie (zowel de identieke als de gecategoriseerde) niet als loon. Er zijn dus geen RSZ-werkgeversbijdragen op verschuldigd. De werknemer betaalt wel een solidariteitsbijdrage van 13,07 procent.
Fiscaal wordt er bij de toekenning van de premie een inhouding van 7 procent gedaan door de werkgever. Die inhouding werkt bevrijdend, dit wil zeggen dat de werknemer deze premie dus niet meer moet opnemen in zijn aangifte voor de personenbelasting.
Een kmo-werkgever kan er ook voor kiezen om de winstpremie toe te kennen in de vorm van een ‘investeringsspaarplan’. In dat geval wordt de winstpremie niet effectief uitbetaald, maar door de werknemers opnieuw aan de vennootschap ter beschikking gesteld (in de vorm van een niet-achtergestelde lening). De werknemers krijgen jaarlijks een interestvergoeding ter compensatie. Na een termijn van 2 tot 5 jaar wordt de premie dan alsnog uitbetaald. In dit geval bedraagt de fiscale inhouding 15 procent.
Door haar (para)fiscale behandeling onderscheidt de winstpremie zich ook van de loonbonus. Werkgevers die een loonbonus toekennen, betalen daar immers wel een bijzondere RSZ-bijdrage van 33 procent op en de werknemers zijn, net zoals bij de winstpremie, een solidariteitsbijdrage van 13,07 procent verschuldigd. De loonbonus is vrijgesteld van belastingen. Dit alles geldt op voorwaarde dat de toegekende loonbonus een jaarlijks bepaald grensbedrag per werknemer niet overschrijdt, voor het inkomstenjaar 2017 ligt dit grensbedrag op 3255 euro bruto.
Nog enkele aandachtspunten
Wat de winstpremie betreft, moet ook rekening worden gehouden met de volgende elementen:
- De winstpremie kan niet worden toegekend ter vervanging van bestaand loon of bestaande loonvoordelen. Het moet dus gaan om een bijkomende premie.
- De premie kan enkel worden toegekend aan werknemers. Bedrijfsleiders zijn dus uitgesloten van dit voordeel.
- Een werkgever kan jaarlijks beslissen om al dan niet een winstpremie toe te kennen. De eenmalige toekenning creëert dus geen verworven rechten voor de werknemers.
- Werkgevers die de voorwaarden van deze wetgeving niet naleven, riskeren een administratieve sanctie van niveau 2.
- De winstpremie kan bovenop andere koopkrachtverhogingen worden toegekend.
Bron: Acerta (acerta.be)