Experten allerhande adviseren minder werken als ‘vaccin’ tegen burn-out. Toch is er nog geen sluitend wetenschappelijk bewijs dat werknemers met korte werkweken ook effectief minder risico lopen op burn-out, zo blijkt uit onderzoek aan UGent. In tegendeel: wie deeltijds werkt, is even vatbaar om een burn-out te ontwikkelen als de voltijds werkende collega’s.
Deeltijds werken als manier om burn-out te vermijden: het klinkt niet alleen heel logisch, het is ook een alomtegenwoordig advies. Maar de wetenschappelijke onderbouw ervan laat te wensen over. Zo toonde Duits onderzoek bij artsen en leerkrachten eerder al aan dat arbeidsduurvermindering het risico op burn-out niet verlaagt.
Risico op burn-out even groot
Nu komen vijf UGent-onderzoekers, Kristen du Bois, Philippe Sterkens, Louis Lippens, Stijn Baert en Eva Derou, met nieuw onderzoek dat vraagtekens zet bij ‘minder werken = minder burn-out’. Hoewel het werk van deeltijdse werknemers iets minder van hen vraagt (bijvoorbeeld naar werkhoeveelheid en aantal vergaderingen toe) dan bij hun voltijdse collega’s, tonen ze aan dat deeltijdse werknemers evenveel risico lopen om een burn-out te ontwikkelen.
Daarnaast blijken deeltijdse werknemers op geen enkel kernsymptoom van burn-out (uitputting, mentale distantie, cognitieve ontregeling en emotionele ontregeling) lager te scoren dan hun voltijdse collega’s.
Waarom kortere werkregimes toch niet noodzakelijkerwijs gepaard met een lagere kans op burn-out? Een mogelijke verklaring is de reden waarom werknemers voor deeltijdse werkregimes kiezen, merken de onderzoekers op. Vaak doen ze dat immers om met hun zware gezinsverantwoordelijkheden om te gaan. In dat opzicht is het dus goed mogelijk dat de zware gezinsverantwoordelijkheden van deeltijdse werknemers hun iets lagere werkeisen uitbalanceren, waardoor ze evenveel risico lopen op burn-out als hun voltijdse collega’s.
Werkeisen belangrijker dan werktijden
De onderzoekers wijzen wel op het verschil tussen de de officiële en de feitelijke werkuren, tussen het werkregime ‘op papier’ en bijvoorbeeld de realiteit van overuren. Heel wat wetenschappelijke studies wezen uit dat chronisch overwerk en extreem lange werktijden wel degelijk burn-out(symptomen) kunnen veroorzaken. Ook de Gentse studie toonde een positief verband tussen het aantal overuren dat werknemers gemiddeld presteerden en hun risico op burn-out, áls de overuren er komen omwille van de hoge werkeisen.
En dus roepen onderzoekers op om minder naar de arbeidstijd op zich te kijken, maar mer naar de eisen die organisaties stellen ten aanzien van werknemers. “De eerste stap die je als werkgever kan zetten, is samen met je werknemer in kaart brengen of het aantal taken dat ze moeten uitvoeren en het aantal vergaderingen dat ze moeten bijwonen in balans zijn met de beschikbare tijd en hun draagkracht. Die zaken kan je opnemen in de verplichte psychosociale risicoanalyse die een duidelijk beeld moet geven van de risico’s die verbonden zijn aan de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk”, zo schrijven de onderzoekers.
Ontdek hier de volledige studie Beyond the Hype: (How) Are Work Regimes Associated with Job Burnout?
LEES MEER OP HRSQUARE.BE
- Minder werknemers namen verlof tijdens afgelopen zomervakantie
- Minder vaak opslag, maar procentueel wel een hoger bedrag
- Meer vrouwen aan het werk, maar kloof blijft
- Roepen en tieren op het werk: vooral de baas ondergaat
- Marjolein Vermeer – “Vroeger zagen bedrijven vooral risico’s, nu zien ze kansen en talenten”