Het taalgebruik in arbeidszaken is zeer strikt gereglementeerd in België. In ondernemingen met een exploitatiezetel gevestigd in het Nederlandse taalgebied, moet verplicht het Nederlands worden gebruikt voor de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en de werknemers, evenals voor de wettelijk voorgeschreven akten en bescheiden van de ondernemingen en voor alle documenten die bestemd zijn voor het personeel.
Een exploitatiezetel is iedere vestiging of elk centrum met enige standvastigheid waaraan het personeelslid is verbonden, waar hij doorgaans zijn opdrachten en instructies ontvangt en waar hij zich wendt tot zijn werkgever. Dit valt niet per se samen met de maatschappelijke zetel van de onderneming.
De ‘sociale betrekkingen’ omvatten zowel de mondelinge als de schriftelijke individuele en collectieve contacten tussen de werkgevers en de werknemers, die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de tewerkstelling.
De sanctie bij niet-naleving van het Nederlandse Taaldecreet is niet mals: een document dat niet in de juiste taal is opgesteld, is nietig en wordt geacht nooit te hebben bestaan. De rechter moet deze nietigheid ambtshalve vaststellen en mag geen rekening houden met de documenten en de inhoud hiervan. Dit heeft in principe tot gevolg dat bewijsstukken in het Engels niet zouden mogen worden gebruikt om de ontslagredenen te staven.
Het Hof van Cassatie heeft hier een belangrijke nuance bij aangebracht voor Belgische ondernemingen die in een internationale context opereren. In de onderliggende zaak ging het om in het Engels opgestelde e-mailberichten afkomstig van een buitenlandse (moeder)vennootschap (niet de werkgever) die werden verstuurd aan (onder andere) werknemers in Vlaanderen.
Het Hof heeft geoordeeld dat het Nederlandse Taaldecreet alleen van toepassing is op de sociale betrekkingen, de wettelijk voorgeschreven akten en bescheiden en alle documenten uitgaande van werkgevers, die kaderen in het ondergeschikt verband tussen de personen die in naam van de werkgever geheel of gedeeltelijk belast zijn met de uitoefening van het werkgeversgezag over de werknemer en de werknemer.
Anders gesteld, indien e-mails of andere mededelingen worden verstuurd aan werknemers in Vlaanderen door personen werkzaam op het niveau van de groep of de buitenlandse moederonderneming die geen werkgeversgezag uitoefenen over deze werknemers, mogen deze e-mails in het Engels worden opgesteld en zijn deze niet nietig. Dit geldt eens te meer aangezien de buitenlandse onderneming geen exploitatiezetel heeft in Vlaanderen en dus niet onder de territoriale werkingssfeer van het Nederlandse Taaldecreet valt.
Cass. 18 oktober 2021, Nr. S.19.0057.N, https://juportal.be/ (25 november 2021).