Ontslag wegens dringende reden na post op Facebook…
Sociale media vormen tegenwoordig de fora bij uitstek voor het voeren van allerhande maatschappelijke debatten, waaraan menig persoon -al dan niet op constructieve wijze- zijn steentje wil bijdragen door zijn eigen mening of kritiek over het hete hangijzer in kwestie te delen.
Ook de werkvloer en de werkgevers vormen wel eens kop van jut bij de werknemers, waarbij er geventileerd of kritiek gespuid wordt op de sociale media.
Freedom of speech, zou je denken…
Dergelijke posts zijn echter niet steeds zonder gevolgen.
Feiten
Zo verging het ook een werknemer met een aanzienlijke staat van dienst, tewerkgesteld bij een chemiebedrijf.
De werknemer had op zijn publiek Facebookprofiel een oude tv-reportage gepost over zijn werkgever.
Ogenschijnlijk geen vuiltje aan de lucht, ware het niet dat zijn werkgever in de reportage geen al te beste beurt maakte: deze ging namelijk over een incident met besmetting van het personeel door chemische stoffen. Toevallig haalde de werknemer de zeven jaar oude reportage onder het stof vandaan, net op het ogenblik dat de onderneming verkocht werd.
Ontslag wegens dringende reden volgde prompt. De werknemer stapte op zijn beurt naar de rechtbank.
Nadat de arbeidsrechtbank de werknemer terugfloot, stelde ook het arbeidshof hem in het ongelijk.
Oordeel van het arbeidshof
Het arbeidshof stelt vooreerst vast dat de feiten (met name het delen van de betwiste reportage net op het ogenblik dat de onderneming verkocht werd) op zich bewezen zijn en de werknemer deze evenmin betwist.
Vervolgens oordeelt het arbeidshof dat deze feiten foutief en ernstig zijn.
Het gaat immers om een opzettelijke handeling van de werknemer, die publiekelijk een kritische boodschap verspreidt over zijn werkgever en die het imago van deze kan schaden. Het arbeidshof kan het delen van de bewuste link niet anders zien dan als een weloverwogen actie, die meerdere doelbewuste handelingen vereist. Dit alles kan niet worden afgedaan als een stomme vergissing, zoals de werknemer poogt te doen uitschijnen.
Ook de beweringen van de werknemer dat hij niet vertrouwd was met het gebruik van sociale netwerken, dat hij het verschil niet kende tussen een openbaar en een privéprofiel en dat hij niet van plan was om de persreportage (die Facebook hem automatisch als suggestie toestuurde), te publiceren, kunnen het arbeidshof niet van het tegendeel overtuigen.
Het hof tilt eveneens zwaar aan de potentiële schade die de publieke post had kunnen toebrengen aan het imago van het bedrijf (door o.a. de titel van de reportage, die verwijst naar de besmetting van het personeel van een chemisch bedrijf en het angst aanjagende karakter van de bewoordingen in het artikel zelf : de uitgevoerde tests zijn “alarmerend voor het personeel en voor de omwonenden”..).
Het is voor het arbeidshof irrelevant dat het delen van de bewuste reportage op de Facebook ‘wall’ van de werknemer niet vergezeld is van enige negatieve commentaar.
Voorts meent het arbeidshof dat de werknemer zijn naam niet kan zuiveren door te argumenteren dat de post uiteindelijk slechts één commentaar kreeg en slechts twee keer gedeeld werd. Hoewel het een goede zaak is dat de post slechts een onbeduidende impact lijkt te hebben gehad, doet dit immers niets af aan het kritische karakter van de post ten aanzien de werkgever en aan de potentiële schade die had kunnen worden berokkend aan de werkgever.
De werknemer was zich, volgens het arbeidshof, maar al te goed bewust hiervan. De drijfveer van de werknemer achter de post was duidelijk het opzettelijk toebrengen van imagoschade aan zijn werkgever in het licht van de overname.
Aldus meent ook het arbeidshof dat deze feiten een ontslag wegens dringende reden rechtvaardigen: deze feiten hebben immers alle vertrouwen tussen partijen zodanig geschonden, dat zij elke verdere samenwerking onmiddellijk en definitief uitsluiten.
Het arbeidshof sluit af met de overweging dat noch de leeftijd van de werknemer, noch zijn anciënniteit van 26 jaar, noch zijn staat van dienst, noch het feit dat hij de link de dag na de gebeurtenissen heeft verwijderd, afbreuk doen aan de onherroepelijke vertrouwensbreuk (en het ontslag wegens dringende reden).
Moraal van het verhaal: bezint eer ge begint en hou bepaalde zaken binnenskamers in plaats van deze te delen met de Facebook “vrienden”.

Barbara Callewier
Advocaat
Claeys & Engels