Een ‘regelmaat’ van controle van eens om de zeven jaar is verre van de doelstelling van de EU, die een jaarlijkse controle van alle ondernemingen aanbeveelt. De Inspectie Welzijn op het Werk moet in België toezien op de naleving van de veiligheidswetgeving door de bedrijven. Volgens Marc Leemans (ACV) gebeurt dat niet ten gronde en dat heeft gevolgen: “Elke werkdag zijn er 900 arbeidsongevallen waarbij er telkens één dodelijk slachtoffer te betreuren valt. Vooral in de kmo’s gebeuren er meer en ernstigere ongevallen, ook binnen eenzelfde sector. In totaal nemen zij 52% van de ongevallen voor hun rekening.”
Die vaststelling sterkt de vakbond in zijn vraag naar een Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) in bedrijven vanaf 20 werknemers, waar dat op dit moment pas verplicht is vanaf 50 werknemers. Volgens RSZ-cijfers uit 2003 nemen de kmo’s 42% van de arbeidsplaatsen voor hun rekening. Dat 52% van de ongevallen in kmo’s gebeuren, staat dus min of meer in verhouding tot het aantal personeelsleden dat er werkt.
Dit neemt niet weg dat de vraag naar meer manschappen op de Inspectie erg acuut is. “Ook werkgeversorganisaties VBO en Unizo hebben samen met ons aan de minister gevraagd om het personeelsbestand op te drijven”, zegt Leemans. “Als bedrijven vrij spel krijgen, dan komt er een oneerlijke concurrentie tussen deze die de regels wel respecteren en zij die bezuinigen op veiligheid.” Volgens Leemans waren er al beloftes van voormalig staatssecretaris voor Welzijn op het Werk Kathleen Van Brempt en van de ministers van Werk Freya Van den Bossche en Peter Van Velthoven (alle sp.a) om het probleem op te lossen. “Het blijft helaas bij beloftes”, zucht Leemans. “Er zijn nu vijf inspecteurs minder dan in 2004. Het kabinet beloofde ons deze week dat er dit jaar opnieuw vijf inspecteurs bijkomen en dat de elf personen die met pensioen gaan, vervangen worden. Men verzekerde ons dat er nu echt werk zou gemaakt worden van 14 extra aanwervingen.”