“Druk bezig zijn is een vorm van luiheid – lui denken en lukraak handelen.” We herlazen de zin, maar hij staat er zwart op wit, op bladzijde 83. En verder: “Omkomen in het werk is vaak net zo improductief als nietsdoen, en veel vervelender. Selectief zijn – minder doen – is de weg van de productieve mens. Concentreer je op de weinige belangrijke zaken en vergeet de rest.”
Zo predikt Timothy Ferriss. Amper 29 is hij, maar zijn cv leest als die van een doorgewinterde Richard Bransonachtige serial entrepreneur. Hij runt BrainQuicken, een producent en distributeur van sportvoeding in San Jose, is gastdocent aan Princeton University, adviseert meer dan dertig wereldrecordhouders in atletiek en andere sporten, is zelf kampioen Chinees kickboksen, prijkt in het Guinness World Record-boek als tangodanser, verscheen op MTV als breakdancer en zet zich in voor politieke asielzoekers.
Vier jaar geleden werkte hij zich te pletter voor zijn prille bedrijf BrainQuicken. De midtwintiger stevende af op een burn-out, maar de lectuur van Vilfredo Pareto zette hem op het spoor om zijn aanpak (en zijn leven) ingrijpend te veranderen. De wet van Pareto stelt dat 80% van de rijkdom wordt geproduceerd door én in het bezit is van 20% van de bevolking.
Dat 80/20-principe is ook toepasbaar op tal van andere terreinen met als kern: 80% van de output komt voort uit 20% van de input. Of: 80% van de resultaten komt voort uit 20% van de inspanningen. En nog: 80% van de bedrijfswinst komt van 20% van de klanten en producten.
Ferriss schreef er Een werkweek van 4 uur over. Hij is lang niet de eerste met een boek dat Pareto als springplank gebruikt. Alleen heeft zelden iemand het principe zo radicaal verwezenlijkt én ingepast in een nieuw levensmotto: leef nu, stel uw pensioen niet uit tot uw oude dag. In plaats van het geld opzij te zetten om er later van te genieten, wendt Ferriss het nu aan. Hij heeft niet alleen zijn werktijd drastisch gereduceerd (ook al is de 4 uur per week uit de titel veeleer een lokkertje dan een richtsnoer), hij knijpt er ook geregeld tussenuit en gaat dan sporten en reizen. In die zin is hij een kind van generatie Y. Rijkdom is voor Ferriss lang niet alleen geld, maar ook de tijd hebben om te doen wat hij graag doet. Trouwens, als je goed je reisbestemmingen kiest, kan je ook relatief goedkoop vakantie nemen (bijvoorbeeld in Argentinië, waar hij klimt in de Andes en tango danst in Buenos Aires).
Ferriss’ boek is timemanagement op een nieuwe schaal, maar dan gepresenteerd als schelmenroman. Hij ontpot zich tot de Uilenspiegel van de managementauteurs – en misschien wel op een dubbele manier. Ook de marketing van zijn boek heeft hij handig aangepakt. De titel testte hij uit op Google Adwords, de belangstelling pookte hij aan met een intensieve deelname aan blogs.
Naast timemanagement, is het boek ook een pleidooi voor uitbesteding, virtuele teams en telewerk. Om het beste uit generatie Y te halen, zou vooral zijn visie op telewerk wel eens zeer interessant kunnen zijn voor HR-managers. Is er dan niets op aan te merken op Ferriss’ boek? Ach, het is ook een vehikel dat het ik, mezelf en ik alleen stevig in de bloemetjes zet. Zelfs in zijn meest bescheiden ogenblikken lijkt Ferriss op een kruising van Superman en Mister Perfect. Of is dat gewoon een teken van gezonde zelfverzekerdheid?