Positieve rol EU
Iets meer dan de helft van de Europeanen (52 procent) oordeelt positief over de rol van de EU inzake werkgelegenheid. Dit percentage stijgt nog als het om specifieke onderwerpen gaat: zo vindt 78 procent dat de EU een positieve invloed heeft op het verbeteren van de toegang tot onderwijs en opleiding, 76 procent op het stimuleren van gendergelijkheid, 73 procent op het bestrijden van andere vormen van discriminatie en 72 procent op het creëren van werkgelegenheid en het bestrijden van werkloosheid.
Jobverlies
Voorts blijkt dat ongeveer 3,5 procent van de Europese beroepsbevolking zelf al een baan heeft verloren door de economische crisis. Bijna een kwart kent een collega die zijn baan verloor en bij 36 procent werd iemand uit de vrienden- of familiekring getroffen. Letland, Litouwen, Spanje en Ierland lijden hier het meest onder, terwijl Luxemburg, Griekenland en Nederland relatief minder met banenverlies te maken hadden.
Een derde van de Europese beroepsbevolking is ‘erg bezorgd’ over mogelijk verlies van hun baan in de toekomst, en nog meer mensen zijn bang dat hun partner (38 procent) of hun kinderen (47 procent) hun baan verliezen. De graad van bezorgdheid hangt nauw samen met het gerapporteerde aantal verloren gegane arbeidsplaatsen. De inwoners van landen waar al de meeste arbeidsplaatsen geschrapt werden, zijn ook het meest bezorgd over een verder verlies aan werkgelegenheid.
Pessimisme
Zes op de tien Europeanen denken dat het ergste van de economische crisis nog moet komen. Slechts 28 procent meent dat de crisis al gepiekt heeft.
In de Baltische staten is het percentage pessimisten het hoogst: 82 procent van de bevolking in Letland, 76 procent in Estland en 74 procent in Litouwen denkt dat de gevolgen van de crisis nog zwaarder zullen worden.
In de landen die een integrale flexizekerheidsbenadering hebben ontwikkeld zijn de verwachtingen positiever: 45 procent van de Zweden en 36 procent van de Denen denken dat het hoogtepunt van de crisis al achter de rug is.