Meer vrouwen aan de top
Ongeveer een derde van de Belgische familiebedrijven die de komende tien jaar het leiderschap overdragen, kiezen voor een vrouwelijk familielid als (co)gedelegeerd bestuurder. Tien jaar geleden was dat nog maar 23 procent.
Dat percentage zal in de toekomst wellicht stijgen. Allereerst omdat vrouwelijke familieleden meer kans krijgen om het familiebedrijf te leiden als een vrouw het familiebedrijf overdraagt, maar ook omdat vrouwelijke familieleden de leiding van het familiebedrijf meer als een haalbare kaart zien wanneer die leiding door een team gebeurt.
Mannen en vrouwen: andere leiders?
“We stelden vast dat mannen en vrouwen op één leiderschapsfactor verschillen”, vertelt Diane Arijs. “Mannelijke leiders geven duidelijk meer dan vrouwen aan dat ze meer gerespecteerd worden en invloed hebben. Zij zeggen onder meer dat ze meer zelfvertrouwen hebben. Wanneer we rekening houden met de geslachtssamenstelling van het leiderschapsteam, dan treffen we meer persoonsgericht en dus feminien leiderschap aan naarmate er meer vrouwen de leiding van een bedrijf vervoegen”.
Familiebedrijven: werknemers beter af?
Leiders in familiebedrijven blijken niet beter om te gaan met hun werknemers dan leiders in niet-familiebedrijven. Zij scoren zelfs slechter op een aantal punten:
Binnen de groep van de familiebedrijven geven familiebedrijven met een duidelijke invloed van de eigenaarsfamilie op de bedrijfsvisie veel meer motivatie- en persoonsgericht leiding dan de bedrijven waar de eigenaarsfamilie die invloed niet heeft.
Feminien leiderschap
In familiebedrijven gaan vrouwelijke leiders zich even persoonsgericht, maar minder masculien (minder focus op fouten, minder enthousiaste communicatie van de visie) opstellen dan in niet-familiebedrijven. Mannen laten zich evenwel meer van hun masculiene kant zien in familiebedrijven, waar de eigenaarsfamilie geen duidelijke invloed heeft op de bedrijfsvisie vergeleken met in niet-familiebedrijven.
Meer rekening met familierelaties
Vrouwelijke familiale leidinggevenden investeren meer in emotionele familiecohesie omdat ze meer rekening houden met de familierelaties wanneer ze bedrijfsbeslissingen nemen. Ze plegen ook meer overleg met betrokken familieleden. Zij realiseren bovendien meer cognitieve familiecohesie. Dat wil zeggen dat betrokken familieleden bij vrouwelijke familiale leidinggevenden sterker achter de bedrijfsdoelstellingen staan en er meer naar streven om het bedrijf in familiehanden te houden.
Het onderzoek
Het doctoraatsonderzoek bestaat uit een kwalitatief deel (diepte-interviews met 16 mannelijke en vrouwelijke leiders van familiebedrijven) en een kwantitatief luik (telefonische bevraging van 396 Belgische bedrijfsleiders en analyse van secundaire data op basis van een schriftelijke enquête bij 1341 Belgische bedrijfsleiders).