De voorbije vijf jaar kende het verzuim bij de federale overheid een eerder grillig verloop. Globaal is er een lichte toename (2 procent), maar die toename was niet constant. Het verzuim is dus niet explosief gestegen (zoals sommige mediaberichten beweerden). Het is trouwens enkel mogelijk om tendensen te vergelijken, aangezien niet alle studies dezelfde definities en berekeningsmethodes gebruiken (zo berekent het Vlaams Onderwijs zijn verzuim op 365 werkdagen).
Ook de gemiddelde afwezigheidsduur kende een afwisselend verloop de voorbije vijf jaar. Al is de afwezigheidsduur globaal de afgelopen jaren constant gebleven.
Trends worden bevestigd
Ook in 2014 worden de trends uit onze eerdere studies opnieuw bevestigd:
- Het verzuim neemt toe met de leeftijd (in 2014 ook na 60 jaar). De frequentie van de afwezigheidsmeldingen neemt dan weer af met de leeftijd.
- Statutairen maken geen misbruik van hun benoeming door meer afwezig te zijn dan hun contractuele collega’s (respectievelijk 5,6 procent en 6,2 procent).
Stress als grootste boosdoener
De drie diagnosegroepen met de meeste attesten zijn in 2014, net als in 2013, die met locomotorische problemen (18,8 procent), ademhalingsproblemen (18,4 procent) en ziektes die verband houden met stress (16,8 procent).
Ook nu zijn de stressgerelateerde ziektes met 28,4 procent van de verzuimde werkdagen de belangrijkste verzuimoorzaak bij de federale overheid (26,65 procent in 2013). De tweede plaats wordt opnieuw bezet door locomotorische problemen (23,8 procent). Sinds 2010 zijn die twee medische verzuimoorzaken dus samen verantwoordelijk voor de helft van het ziekteverzuim.
Bron: FOD Volksgezondheid (health.belgium.com)