Het rapport van de Hoge Raad komt er op vraag van federaal minister van Werk Kris Peeters (CD&V), die zelf de nood aan meer flexibiliteit benadrukt. Volgens Peeters is flexwerk noodzakelijk om meer jobs te creëren in nieuwe economische sectoren, zoals de e-commerce. Hij verwacht eind dit jaar dan ook resultaten van het sociaal overleg over de uitbreiding van nachtarbeid in de e-commerce.
Het rapport van de Hoge Raad toont alvast aan dat atypische werkregelingen in België veel minder vaak voorkomen dan in de buurlanden of in Scandinavië. Zo presteert slechts 8,7 procent van de Belgen regelmatig avondwerk, tegen 19 procent in Duitsland, Nederland en Frankrijk. Tegenover 9,5 procent Belgen die op zondag werken, staat dan weer 14,6 procent van de Scandinaviërs die dat doet. De Hoge Raad voor Werkgelegenheid oppert twee mogelijke verklaringen: is de wetgeving te restrictief of zijn de tarieven voor overloon gewoon te hoog?
De Belgische bedrijven maken ook weinig gebruik van tijdelijke arbeidscontracten. Amper 8 procent van de werknemers heeft een tijdelijk contract (met inbegrip van interim-contracten).
Ook met de jobautonomie van de werknemers kan het beter. Liefst acht op de tien werknemers krijgen hun werkuren opgelegd door hun werkgever. Een wel erg kleine minderheid van 3 procent kan volledig autonoom het eigen werkritme invullen. In het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld, waar meer freelancers voorkomen, is dat 10 procent.
Soms scoort België wel hoog op de flexibiliteitsranglijst, zoals met de mogelijkheid die bedrijven hier hebben om personeel van de eigen loonlijst af te halen en een tijdlang te parkeren bij de RVA. Dat systeem van tijdelijke economische werkloosheid werkt goed om crisistijden op te vangen, zegt de Hoge Raad, maar als het systeem vrijwel permanent wordt gebruikt, jaagt dat de sociale zekerheid op onhoudbare kosten. Gemiddeld staan zo’n 150.000 werknemers op tijdelijke werkloosheid.
Bron: De Standaard (standaard.be)