De titel van het academisch rapport van de vakbondskoepel Trades Union Congress (TUC) liegt niet: ‘Out of time: Why Britain needs a new approach to flexible working’ klaagt de Britse arbeidscultuur aan waarin 3,6 miljoen werknemers meer dan 48 uren per week kloppen en bijna 5 miljoen werknemers onbetaald een extra werkdag (7 uur 24 minuten) per week presteren. Het rapport stelt ook dat het werk gelijker moet verdeeld worden onder mannen en vrouwen.
Sinds enige tijd hebben in het Verenigd Koninkrijk ouders met kinderen onder 6 jaar het recht flexibele werkuren aan te vragen. De TUC berekende dat tijdens de eerste twee jaar dat dit recht in voege is amper 10% van de mannelijke werknemers die kans grijpt, tegenover 19% van de vrouwen. Zijn mannen er niet toe geneigd om minder of andere uren te presteren of zijn flexibele werkuren voor mannen maatschappelijk nog niet aanvaard? Zij lijken volgens het rapport in elk geval vaker (14%) dan vrouwen (10%) op een njet van hun baas te botsen.
Die weigerachtigheid versterkt weer de oude veronderstelling dat het de vrouw is die voor de kinderen en het huishouden moet zorgen en dat de man de boterhammen moet verdienen. Als mannen geen toelating krijgen tot flexibele werktijden of als ze (bijgevolg?) de vraag niet stellen, dan ligt de druk weer bij de partner, bij moeder de vrouw. Zij zal ertoe verplicht worden uren in te leveren en haar man zal dat loonverlies moeten compenseren door juist meer in plaats van minder uren te kloppen. De Out of time-studie roept op dit patroon te doorbreken. Ze breekt een lans voor een gelijk recht op flexibiliteit voor alle werknemers. Ze acht het onrechtvaardig dat kinderloos personeel van dit recht ontzegd wordt.