In 1999 voerde de toenmalige socialistische regering in Frankrijk de wet-Aubry in die de wekelijkse arbeidstijd beperkte tot 35 uren per week. Het motief daarvoor was arbeidsherverdeling en strijd tegen de werkloosheid. Sinds het land weer een centrumrechts bewind kent, werd vooral vanuit liberale hoek gepleit voor de afschaffing van de wet-Aubry. Totnogtoe ging de regering zelf niet in op de suggestie: officieel beschouwt ze de wet als een “sociale verworvenheid” die niet ter discussie staat. Ze zorgde er met drie aanpassingen wel voor dat de 35-urenweek in de praktijk geen lang leven meer beschoren is.
Vorig jaar stond de regering toe dat werkgevers hun personeel kunnen verplichten tot 180 overuren per jaar (in dat geval een feitelijke terugkeer naar 39 uur per week). Dit jaar werd de toepassing van de wet op bedrijven met minder dan tien werknemers op de lange baan geschoven. De recentste maatregel houdt in dat werkgevers en werknemers zelf mogen onderhandelen over de wekelijkse werktijd. Verwacht wordt dat veel werknemers zullen kiezen voor meer inkomen en dus meer werkuren.