Gebruik maken van flexi-jobbers via een uitzendkantoor? Nood aan duidelijke contractuele afspraken!

Rechtspraak

Arno Decouttere, Advocaat, Claeys & Engels

De arbeidsrechtbank van Gent, afdeling Brugge boog zich op 5 april 2023 over het hoger beroep tegen een beslissing van de Dienst Administratieve Geldboeten en moest hierbij oordelen of er al dan niet sprake was van een inbreuk op de Dimona-wetgeving.

In deze zaak deed een restaurant op vrijdag 18 september 2020 een beroep op twee flexi-jobbers via een erkend uitzendkantoor. De twee flexi-jobbers die aan het werk waren in het restaurant werden aldus ter beschikking gesteld door het uitzendkantoor aan het restaurant, dat als gebruiker in de uitzendrelatie fungeerde. De samenwerking was voorzien van 18u tot 20u en van 12u30 tot 20u30. Dit was ook de tewerkstellingsduur die op de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid was voorzien én die door het uitzendkantoor (de eigenlijke werkgever) was doorgegeven bij de Dimona-aangiften van de twee flexi-jobbers. Gelet op de drukte in het restaurant, besloot de uitbater evenwel om de twee personen langer tewerk te stellen.

Er vond vervolgens omstreeks 21u25 een controle plaats door de RVA-inspectie in het restaurant. Op dat ogenblik waren de twee flexi-jobbers nog aan het werk, doch weliswaar buiten hun initieel voorziene arbeidsduur. De restauranthouder meende evenwel dat dit geen probleem vormde.

De Dimona-wetgeving bepaalt immers dat wanneer een flexi-jobber langer wordt tewerkgesteld dan initieel voorzien in de Dimona-aangifte, deze aangifte kan worden aangepast en dit uiterlijk binnen acht uur volgend op het initieel voorziene einduur. Wanneer dit initieel voorziene einduur tussen de 20 en 24 uur valt, wat in casu het geval was, heeft de werkgever tijd tot acht uur van de volgende kalenderdag.

De restauranthouder verwittigde na afloop van de tewerkstelling (het was intussen 22u) per e-mail het uitzendkantoor met de mededeling dat de twee flexi-jobbers langer dan voorzien gewerkt hadden. Hij was dan ook in de veronderstelling dat het uitzendkantoor het nodige zou doen om het einduur van de Dimona-aangiften van de flexi-jobbers tijdig te verlengen.

Echter stelde de RVA-inspectie bij nazicht van de Dimona-databank op dinsdag 22 september 2020 vast dat de einduren van beide werknemers niet werden aangepast. De inspectiedienst stelde vervolgens een pro justitia op ten laste van het restaurant voor het niet of niet correct melden aan Dimona van de betrokken werknemers.

Nadat de Arbeidsauditeur had afgezien van strafvervolging en de zaak had geseponeerd werd uiteindelijk op 16 maart 2022 aan het restaurant een administratieve geldboete van 7.200 EUR opgelegd door de Dienst Administratieve Geldboeten. Hiermee kon de restauranthouder niet akkoord gaan. Hij was immers van oordeel dat hem geen enkele inbreuk ten laste kon worden gelegd: hij was immers geenszins de formele werkgever in deze zaak (dit was het uitzendkantoor) én hij had het uitzendkantoor tijdig verwittigd opdat zij het nodige zou kunnen doen om de Dimona-aangiften aan te passen.

De arbeidsrechtbank volgde deze argumentatie van het restaurant niet en bevestigde de weerhouden inbreuken.

Volgens de redenering van de arbeidsrechtbank kon de restauranthouder niet aantonen dat de tewerkstelling van de twee flexi-jobbers na het voorziene einduur in de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid nog steeds kaderde in deze arbeidsovereenkomst. De arbeidsrechtbank aanvaardde aldus niet dat er sprake was van een verlenging van de initieel gesloten arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid.

De e-mail die door het restaurant werd verstuurd aan het uitzendkantoor, waarbij de verlenging van de einduren werd meegedeeld, volstond voor de rechtbank niet om van een verlenging van de uitzendrelatie te kunnen spreken. Dit aangezien er geen duidelijke contractuele afspraken waren tussen de gebruiker en het uitzendkantoor omtrent een mogelijke (eenzijdige) verlenging van de arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid.

De rechtbank oordeelde dan ook dat er een nieuwe mondelinge arbeidsovereenkomst was ontstaan tussen het restaurant (de gebruiker) en de beide werknemers, waarbij zij onder het gezag van het restaurant werkten na het einduur van hun Dimona-aangifte. Het was volgens de rechtbank aldus wel degelijk het restaurant dat hiervoor tijdig een nieuwe Dimona-aangifte had moeten verrichten.

Uit dit vonnis blijkt de nood aan duidelijke contractuele afspraken tussen de gebruiker en het uitzendkantoor bij het inzetten van flexi-jobbers. De wetgeving mag dan soepel zijn betreffende de verlenging van het einduur van de Dimona-aangifte voor flexi-jobbers, de inspectiediensten en de arbeidsrechtbank waren dat in deze specifieke zaak niet.

Arbeidsrechtbank Gent, afdeling Brugge, 5 april 2023, AR nr. 22/382/A, onuitg

Arno Decouttere
Advocaat
Claeys & Engels

(Senior) Tax & Legal Consultant

Acerta Consult

Talent Acquisition Specialist

UZ Brussel

Payroll Advisor Corporate

Acerta

Recruiter

Gemeente Puurs-Sint-Amands

Aanmelden

Als lid van HR Square hebt u ook de mogelijkheid de digitale versie alsook de archieven van het tijdschrift te raadplegen via onze website.

Ben jij klaar om helemaal mee te zijn in de wereld van HR? HR Square Nieuwsbrief brengt je tweewekelijks een overzicht van de belangrijkste feiten, trends en gebeurtenissen in HR-land.

Bovendien krijg je een handige lijst van must-attend HR-events, zodat je niets hoeft te missen.

Gratis in je mailbox. Het enige wat je hoeft te doen is je registreren!