De feiten: behalve index en baremieke verhogingen kan er geen loonsverhoging komen. Al de rest is verboden en vatbaar voor sancties. Leve de vrije markt. De Wetstraat slaagt er al een jaar niet in haar eigen problemen op te lossen, maar ze grijpt wel in één van de belangrijkste processen van elke bedrijf in: verloning.
Regulering versus vrijheid van ondernemen
Natuurlijk begrijp ik dat de concurrentiepositie van onze bedrijven cruciaal is voor de toekomst. En natuurlijk is het de rol van de overheid om deze concurrentiepositie te verdedigen. Maar is, vanuit een of ander politburo, dwingend ingrijpen in de loonvorming daartoe de aangewezen weg? Zeer zeker niet. Om diverse redenen.
Ten eerste is de loonkost per werknemer maar een onderdeel van de totale kost. Het aandeel van de loonkosten in het geheel verschilt ook tussen bedrijven en sectoren. Lineaire maatregelen zijn zelden doeltreffend. Ze hebben wel het voordeel dat je als beleidmaker geen keuze moet maken en zijn (daarom?) in de politiek zeer populair. In deze zaak is de remedie erger dan de kwaal.
Bovendien zijn de loonaanpassingen voor 2011 al enkele maanden geleden met de medewerkers afgesproken. Men schijnt niet te beseffen dat in vrijwel alle bedrijven december de maand is waar de functioneringsgesprekken, vaak gekoppeld aan loonevolutie, plaatshebben. Wat gaat men doen met de toegekende verhogingen, die overigens al sinds januari toegepast worden?
Als deze regering de concurrentiekracht wil versterken, wil ik graag enkele tips geven: ontlast ons van de administratieve waanzin, de regelneverij en vereenvoudig de niet meer te vatten fiscale en sociale wetgeving. De loonkost per capita zal er niet van dalen, maar de werknemers zullen productiever ingezet kunnen worden. Daar worden we ook competitiever van.
Wie ontsnapt de dans?
Indexaanpassingen en baremieke verhogingen kunnen dus wel nog. Maar wie verloont zijn medewerkers volgens dat baremieke systeem? Juist, de publieke sector… Dus wat krijgen we? Ons – niet erg krap bemeten overheidsapparaat – blijft zijn annales, biënnales, stappen in de vlakke loopbaan behouden. Onze Vlaamse en federale ambtenaren zien hun loonzakje netjes aangroeien. Ze ontsnappen de dans, op alle niveaus, van onze postbode tot en met de secretaris-generaal. Bedrijven die zijn afgestapt van dat rigide systeem en de haver willen geven aan de paarden die het verdiend hebben, zijn de pineut.
Toch bedenkelijk dat onze ministeriële eminenties en hun entourages er nog steeds van uitgaan dat loonvorming een mechanistisch proces is, waarbij mensen op basis van anciënniteit er met vaste stapjes op vooruit gaan. Kortom, ze gaan ervan uit dat ‘comp&ben’ in bedrijven een kwestie is van een tabel in een computer invoeren en het ding een keer per jaar te laten draaien. Een vriend zei me dat we de leiders hebben die we verdienen. Ik was het niet met hem eens.
Effect van de loonstop
Een effect van de lineaire maatregel is dat bedrijven, aangespoord door dure advocatenkantoren, op zoek gaan naar vluchtwegen. Bonussen, variabele verloning, al of niet echte promoties, nieuwe jobtitels, hogere jobgradings en dies meer zullen de revue passeren. Maar is het dat nu wat bedrijven nodig hebben om sterker voor de dag te komen? Is het dat soort creatief verloningsbeleid dat deze regering wil aanmoedigen?
Enkele jaren geleden waren de was- en strijkservice, de eigen crèche en andere exotische verloningsvormen sexy. Gaan we nu opnieuw die toer op? Bonussen? Je kan geen krant openslaan of een of andere beleidmaker heeft het over onethisch verlonen. Overtrokken, dat wel, maar men moet wel weten wat men wil. Van job veranderen is ook een optie. Prima, maar is het de rol van de overheid om dat via de portemonnee te stimuleren? Ik denk het niet.
Het is lang geleden dat ik me nog zo opgewonden heb over onoordeelkundig en ondoordacht bestuur. Dat een regering van lopende zaken ten oorlog trekt, een gouverneur benoemt, een meerjarenbegroting opstelt – voor mij allemaal best oké. Maar op een lineaire manier tussenbeide komen in het dagelijks bestuur van alle bedrijven: no pasaran.