Met het stijgingspercentage van 1,7 procent zet de trend tot loonmatiging in 2016 door, zo blijkt uit het jaarlijkse wereldwijde beloningsonderzoek van adviesverlener Korn Ferry Hay Group. Het overheidsbeleid, gericht op de verbetering van de internationale concurrentiepositie door loonmatiging via de indexsprong, zorgt ervoor dat lonen niet automatisch geïndexeerd worden. Hierdoor is een collectief automatisme van salarisstijgingen ook voor 2016 opgeborgen.
Loonsverhogingen worden steeds meer toegekend op basis van individuele prestaties en specifieke competenties. Omdat er nu eenmaal geen budget is om iedereen opslag te geven, wordt het beperkte budget besteed aan de beste presteerders. Gedifferentieerd en selectief belonen is een middel om – ondanks beperkte financiële mogelijkheden – de belangrijkste medewerkers hoger te belonen. Loonsverhogingen voor geselecteerde groepen kunnen tussen 0 en 10 procent variëren.
Lonen in buurlanden stijgen sneller
Het voorzichtig economisch herstel vertaalt zich in een verwachte salarisstijging van gemiddeld 2,8 procent in 2016 voor heel Europa. De ons omringende landen laten vergelijkbare cijfers optekenen: Duitsland (2,9 procent), het Verenigd Koninkrijk en Nederland (2,5 procent) en Frankrijk (1,9 procent). In Oost-Europa zijn de salarisstijgingen gemiddeld 0,9 procent hoger dan in West-Europa.
Wereldwijde salarisstijging
Wereldwijd ligt de verwachting voor salarisstijging in 2016 op 2,5 procent. Dit is de hoogste salarisstijging in de afgelopen drie jaar. Ondanks de teruglopende economie in China, scoort Azië hoog met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,4 procent. Deze stijging wordt veroorzaakt door een toegenomen vraag naar hoogopgeleid personeel en een opkomende middenklasse in de opkomende markten. De aantrekkende arbeidsmarkt in Noord-Amerika zorgt voor een gemiddeld stijgingspercentage in lonen van 2,8 procent.
Bron: Hay Group (haygroup.com/be)