In de loop van 2005 drong de werknemer meermaals bij de werkgever aan om de doelstellingen vast te leggen. Er ontstond echter een discussie over de jaarlijkse bonus en op 25 mei 2005 betekende de werkgever de opzegging van de arbeidsovereenkomst.
Recht op bonus
Na zijn ontslag dagvaardde de werknemer zijn voormalige werkgever tot betaling van diverse vergoedingen. Het geschil kwam voor de arbeidsrechtbank te Leuven. De werknemer vorderde onder meer een bonus voor 2005 en het daarop verschuldigde vakantiegeld. Zonder enige verdere uitleg te geven in het vonnis, oordeelde de arbeidsrechtbank dat de werknemer recht had op een bonus, al werd die wel begroot op het minimumbedrag.
Nadat de werkgever hoger beroep instelde tegen het vonnis van de arbeidsrechtbank, tekende ook de werknemer incidenteel hoger beroep aan. De zaak werd voor het arbeidshof te Brussel gebracht.
Schadevergoeding
Het hof merkte op dat de overeenkomst over de bonusregeling inderdaad voorzag in een ‘pro rata’ bonus in geval van uitdiensttreding in de loop van het kalenderjaar.
Het arbeidshof stelde echter vast dat de werkgever had nagelaten om de doelstellingen te bepalen voor het jaar 2005. Volgens het arbeidshof werd hierdoor het contractueel ‘verdienmogen’ van de werknemer aangetast. Meer nog, door het niet vaststellen van de objectieven heeft de werkgever volgens het arbeidshof een contractuele fout begaan die aanleiding kan geven tot schadevergoeding.
Het arbeidshof oordeelde dan ook dat de eerste rechter ten onrechte enkel de minimumbonus had weerhouden. Voor de concrete begroting van deze schadevergoeding besliste het hof om de debatten te heropenen teneinde partijen toe te laten de ontbrekende gegevens en stukken voor te leggen.
Niet ontkomen
Dit arrest leert ons dat de werkgever niet kan ontkomen aan de betaling van een (overeengekomen) bonus door na te laten om de te bereiken doelstellingen vast te leggen. In dat geval kan de werkgever worden veroordeeld tot een schadevergoeding.
Arbeidshof Brussel, 21 maart 2008, AR nr. 49.67, onuitg.