Tegen 21 december 2012 dienen de lidstaten na te gaan of deze uitzonderingen nog steeds gerechtvaardigd waren. België heeft in 2007 van deze mogelijkheid gebruik gemaakt om het gebruik van actuariële gegevens op basis van het geslacht verder toe te staan in levensverzekeringen (derde pijler).
Uitzondering te verregaand
Het Europees Hof van Justitie heeft nu geoordeeld dat deze uitzondering, voorzien in de richtlijn, te verregaand is. De richtlijn preciseert immers niet hoe lang deze verschillen nog in stand gehouden mogen worden.
Het Hof stelt dat lidstaten die gebruik maken van de uitzondering (zoals België), zonder enige tijdslimiet, de ongelijke behandeling van mannelijke en vrouwelijke verzekerden kunnen bestendigen. Volgens het Hof schiet de uitzondering op die manier het algemene doel van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen voorbij. Het Hof oordeelde dat de uitzondering ongeldig wordt vanaf 21 december 2012.
Ook voor aanvullende-pensioenplannen?
Hoewel het arrest alleen handelt over levensverzekeringen (derde pijler) en niet over aanvullende-pensioenplannen (tweede pijler), zal het waarschijnlijk ook verstrekkende gevolgen hebben op dat vlak.
Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of en hoe snel ook de tweede pijler de toets van de geslachtsneutraliteit zal moeten doorstaan. We denken daarbij aan geslachtsgerelateerde sterftetafels (MR/FR) die gebruikt worden bij de omzetting van kapitalen naar rente of omgekeerd, of bij de berekening van de verworven reserves in pensioenplannen van het type vaste prestaties. Dit is zonder meer een baanbrekend arrest met verregaande gevolgen.