Behalve persoonlijk leed legt griep ook een gigantische druk op de volksgezondheid en de economie (door de grote afwezigheid). Een uitbraak van griep kan leiden tot een toename met 30 tot 50% van de doktersconsultaties en 100 tot 170% meer ziekenhuisopnamen.
Gemiddeld worden tijdens een griepepidemie één op tien volwassenen en één op drie kinderen getroffen door het virus. Er is uitgerekend dat 10 tot 12% van absenteïsme op het werk te wijten is aan griep. Grieppatiënten blijven gemiddeld drie tot zeven dagen afwezig. Eenmaal terug op het werk, zegt 80% van de werknemers dat ze voelen minder te presteren.
Belgische gegevens tonen aan dat afwezigheid op het werk toeneemt met 56% tijdens “milde tot gematigde” griepseizoenen, wat een verlies betekent van 500.000 werkdagen in geheel het land tijdens de week waarin de griep zijn piek kent.
Sommige studies suggereren ook gevaarlijk verminderde concentratievermogens en reactiesnelheden bij personen die net hersteld zijn van griep en terug komen werken.
Veel ouders zien zich tijdens de epidemie, wanneer de beschikbaarheid van kinderopvang te gering is, verplicht thuis te blijven. In een erg ongunstig jaar kan maar liefst 40% van de kinderen gemiddeld drie dagen niet naar school wegens ernstige griepsymptomen. Dat betekent dus ook drie dagen afwezigheid op het werk van één van de ouders.