Als we allemaal langer moeten werken, is de kans groot dat we met collega’s te maken krijgen die veel ouder of veel jonger zijn. Er zullen meer generaties dan ooit samen op de werkvloer aanwezig zijn, voorspelt Kim De Meulenaere, postdoctoraal onderzoeker Organisatiegedrag aan de KU Leuven.
Het grote voordeel van leeftijdsverschillen op de werkvloer is dat er ook meer kennis aanwezig is. Jongere generaties zijn technologischer opgeleid, meer gewend aan verandering en fysiek sneller. Ouderen hebben daarentegen meer ervaring, en kunnen daardoor vaak beter probleemoplossend denken of komen verbaal sterker uit de hoek.
Waarden en kennis
Oudere en jongere generaties op de werkvloer hebben ook andere waarden. “In een ideale wereld worden al die waarden en kennis uitgewisseld en ontstaan er synergieën. Dat jaagt de productiviteit van een bedrijf omhoog. Het kan ook tegenvallen, als de situatie erg gepolariseerd is. Als er bijvoorbeeld twee afgescheiden groepen zijn op dezelfde werkplek. Dan kan er een waardenclash ontstaan en komt de productiviteit in het gedrang.”
De Meulenaere onderzocht voor haar doctoraatsthesis welke leeftijdsmix het best werkt. Ze kon daartoe gebruikmaken van personeelsgegevens van 1500 bedrijven die hun sociaal secretariaat uitbesteden aan SD Worx. In totaal kon ze zo de hand leggen op 5800 bedrijfsresultaten.
De conclusie: “Het werkt het best als de leeftijden op eenzelfde werkplek heel gevarieerd zijn. Als er niet één leeftijdsgroep oververtegenwoordigd is. Dan kan de kennisuitwisseling vlot gebeuren. Maar zodra één leeftijdsgroep de overhand neemt, gaat het mis. Dat merkten we al vanaf dat er een leeftijdskloof van pakweg vijf jaar met de rest van de werknemers was. Alles hangt samen met de juiste verdeling.”
Grootte bedrijf bepaalt effect
In cijfers: bedrijven waar de verschillende leeftijden erg gevarieerd zijn, realiseren een verhoogde productiviteit van gemiddeld 2,5 procent. Bij grote bedrijven is dat zelfs 6 procent. Waar er een kloof tussen generaties bestaat, zakt de productiviteit met gemiddeld 3,81 procent en bij grote bedrijven zelfs met 8 procent. Hoe groter het bedrijf, hoe groter dus ook het effect.
Haar studie werd onlangs druk besproken op een social-profitcongres, omdat het probleem in de social profit groter is dan elders. In zorg en welzijn zijn veel gekwalificeerde beroepen, die lang in hetzelfde bedrijf blijven: verpleegkundigen, ergotherapeuten, … De instroom van jonge krachten verloopt er moeizaam, omdat het vaak om knelpuntberoepen gaat.
Bron: De Standaard (standaard.be)