Trajectbegeleiding is het geheel van dienstverlening aan werkzoekenden, buiten de zogenaamde universele dienstverlening (onthaal, inschrijving, informatie), om hen aan een passende baan te helpen. Deze service wordt sinds 1999 aangeboden door de VDAB, niet-commerciële ‘derdenorganisaties’ en ATB-diensten (arbeidstrajectbegeleiding voor gehandicapten). Struyven en De Cuyper gebruikten voor hun onderzoek 32 diepte-interviews (bij de VDAB), een schriftelijke rondvraag bij een steekproef van iets minder dan 400 consulenten en een telefonische enquête bij 633 werkzoekenden. Het onderzoek werd afgerond in 2003. De voornaamste bevindingen?
De macrocijfers geven een gunstig beeld te zien. In grote trekken haalt de VDAB vlot de in de beheersovereenkomst met de overheid vooropgestelde streefcijfers. De dienst scoort zeer goed voor de ‘preventieve doelgroep’ van cliënten die minder dan één jaar werkloos zijn. Ook voor de ‘risicogroepen’ worden de normen gehaald, uitgezonderd voor de vrouwen, de zeer langdurig werklozen, de laaggeschoolden en de plus-vijftigers. Die zijn en blijven ondervertegenwoordigd in de trajectbegeleiding. Ook de Europees opgelegde doelstellingen worden bereikt. Maar opgelet, un train peut en cacher un autre.
De inspanningen om goede preventieve resultaten te behalen, hebben eind 2003 geleid tot wat de onderzoekers een sterke verwaarlozing van de langdurig werklozen noemen. Struyven en De Cuyper signaleren nog andere problemen:
de consulenten worden te sterk gefixeerd op het genereren van zo veel mogelijk nieuwe trajecten, wat tot een te hoge werklast leidt bij de VDAB- en de ATB-consulenten (niet bij derden)
het voorgaande zet de consulenten ertoe aan zelf te selecteren wie voorrang krijgt (maken minder kans: ouderen, verslaafden en Nederlandsonkundigen bij de VDAB; ook ‘ongemotiveerden’ bij ATB en derdenorganisaties).
Voorts merken de onderzoekers op dat:
sommige cliënten ‘geparkeerd’ worden (ze krijgen wel een traject, maar er worden geen inspanningen geleverd omdat de kans op plaatsing te klein wordt geacht)
er onvoldoende begeleiding op maat voorhanden is
er een gebrek aan opvolging is
de begeleiding te weinig resultaatgericht is.
Lang niet iedereen wordt dus bereikt. Wie echter wel bereikt wordt, is overwegend tevreden over de service, de tevredenheidscore ligt op 6,9. De consulenten krijgen een pluim voor hun luisterbereidheid en het nakomen van de afspraken, iets minder (maar nog goed) voor motivatie van de werkzoekende en het opbouwen van een vertrouwensband. Willen sommige werkzoekenden gepamperd worden?
Struyven en De Cuyper sluiten af met aanbevelingen voor de politiek en voor het management van de VDAB die rechtstreeks voortvloeien uit de hierboven geschetste en andere mankementen aan de trajectbegeleiding.
Meer weten? De synthese en het volledige rapport ‘De trajectbegeleiding van werklozen in Vlaanderen: de kloof tussen beleid en uitvoering onderzocht’ kunt u bestellen bij [email protected].