De jobmobiliteit blijft dalen in 2013, al is die minder uitgesproken dan vorig jaar. In vergelijking met 2012 wil een kwart van de jobzoekers in 2013 ‘sneller’ van job veranderen, 37 procent zegt ‘even snel’ en 38 procent ‘minder snel’ te willen veranderen.
Het aantal respondenten dat zegt minder snel van werk te willen veranderen, is gedaald van 46 procent in 2012 naar 38 procent in 2013.
Opmerkelijk is dat bijna één op de twee kandidaten zichzelf binnen het jaar van job ziet veranderen. Kandidaten worden meer en meer ‘passief of sluimerende zoekers’. Ze gaan steeds minder actief op zoek naar een nieuwe job, maar staan wel meer open voor een nieuwe opportuniteit dan vroeger (69 procent in 2013 tegenover 64 procent in 2012).
Terwijl jobzoekers voor de crisis zich lieten leiden door een hoger loon en carrièregroei, kiezen ze vandaag voor zelfontplooiing en een betere balans tussen werk en leven.
Meer dan de helft van de Belgische werknemers screent het vacatureaanbod. De helft van de respondenten (51 procent) informeert minstens een keer per jaar naar de jobopportuniteiten. Zelfs een kwart (23 procent) van de ‘niet-geïnteresseerden in andere jobaanbiedingen’ heeft het voorbije jaar één of meerdere keren andere jobs bekeken en informatie gevraagd. Latent werkzoekenden staan duidelijk open om de dialoog met potentiële werkgevers aan te gaan.
Uit het onderzoek blijkt bovendien dat de mobiliteit toeneemt met de anciënniteit. Werknemers die 10 tot 15 jaar voor hetzelfde bedrijf werken, hebben de grootste intentie om van werkgever te veranderen. Na 15 of meer dienstjaren neemt die intentie af.
