Vlaamse werknemers hebben niet het gevoel dat de werkgever inzet op ‘levenslang leren’. Zo geeft 45 procent van de respondenten aan dat hun werkgever geen duidelijke aanpak heeft rond leren op het werk. Dat blijkt uit een studie die trendonderzoeksbureau Trendhuis uitvoerde in opdracht van het Europees Sociaal Fonds (ESF) – Agentschap Vlaanderen.
Opvallend:
- De werknemer vindt on-the-job training de aantrekkelijkste vorm om bij te leren: 94 procent heeft er interesse voor. Theoretische opleidingen (66 procent) scoren slecht.
- 83 procent wil ondersteuning krijgen bij het volgen van opleidingen voor het werk, maar slechts 68 procent zegt die effectief te krijgen.
- 33 procent van de jongere werknemers is vragende partij om vaker online-opleidingen te volgen.
Opleiding als sleutel tot langer werken
Hoewel de pensioenleeftijd in 2030 opgetrokken wordt naar 67 jaar, lijken werkende Vlamingen vandaag al af te tellen tot ze met pensioen mogen: slechts 5 procent wil tot 67 jaar werken. Bij oudere werknemers daalt dit aantal zelfs tot 3 procent.
Dat 40 procent van de Vlamingen aangeeft dat meer leerkansen krijgen hen motiveert om langer aan de slag te blijven, maakt van ‘levenslang leren’ een prioriteit. Een opleiding volgen zorgt volgens hen voor:
- persoonlijke ontwikkeling (89 procent)
- betere prestaties (87 procent)
- meer motivatie (83 procent)
- nieuwe kennis (73 procent)
- nieuwe technische vaardigheden (48 procent)
- nieuwe sociale vaardigheden (36 procent).
‘Levenslang leren’
‘Levenslang leren’ is ook de sleutel tot het leuk houden van onze jobs, maar de cultuur van leren en zeker van leren op het werk is er in Vlaanderen nog niet. Zo kent de Vlaming de beschikbare hulpmiddelen voor ‘levenslang leren’ wel, maar gebruikt hij die nog veel te weinig:
- 30 procent van de respondenten maakte gebruik van opleidingscheques.
- 19 procent nam educatief betaald verlof.
Mattheüseffect
Personen met enkel een middelbaar diploma (of lager) vallen nog te vaak uit de boot. Wanneer je een diploma hoger onderwijs behaalde, zal je werkgever je wel makkelijker een opleiding laten volgen dan je collega met alleen maar een middelbaar diploma. Slechts 33 procent van de Vlamingen (vrouwen nog minder dan mannen) met een secundair diploma of lager mag een opleiding buiten de bedrijfsmuren volgen van de werkgever, vergeleken met bijna 60 procent van de hooggeschoolden.
Hooggeschoolden krijgen dus meer van wat ze al hebben, terwijl laaggeschoolden veel te vaak in de kou blijven staan. Dit terwijl laaggeschoolden vaak het kwetsbaarst zijn voor economische verandering, iets waar bijscholing net een buffer tegen vormt.
Bron: Trendhuis (trendhuis.be)