‘Het nieuwe werken’ leidt tot een besparing op huisvestingskosten en werknemers hebben ook een veel betere balans tussen werk en privé. Voor de andere veronderstelde voordelen van het nieuwe werken, zoals een betere samenwerking, een betere kennisdeling en dus meer innovatie, vonden de onderzoekers geen bewijzen.
Creativiteit
Uit het onderzoek blijkt zelfs dat ‘het nieuwe werken’ niet leidt tot meer ideeën en dus meer producten en diensten. De diversiteit van de contacten nemen wel toe, maar het aantal ontmoetingen daalt omdat HNW veelal wordt vertaald in een ‘recht op thuiswerken’. Ook zijn de contacten vluchtiger. Er worden wel ideeën uitgewisseld, maar die blijven vaak in de ideeënfase hangen, omdat medewerkers elkaar zo weinig zien.
Omdat collega’s elkaar minder vaak zien of kunnen bijpraten, kan de spontaniteit en de creativiteit verdwijnen. Door het gebrek aan dynamiek en leren van collega’s stagneert kennisdeling en daarmee de ontwikkeling van medewerkers. Ook ervaren mensen de lagere betrokkenheid met collega’s en de organisatie als een struikelblok.
Cultuur
Volgens de onderzoekers is ‘het nieuwe werken’ slechts voor een handvol organisaties weggelegd, met name voor organisaties:
Organisaties die jarenlang in de modus hebben gezeten waar managers orders uitdeelden, hoeven niet meteen veel te verwachten van ‘het nieuwe werken’. Dat ligt niet aan de kwaliteiten van individuen, maar aan patronen. Een verbouwing naar flexplekken is zo geregeld, de tijdlijn naar een cultuurverandering duurt evenwel véél langer.
De onderzoekers adviseren organisaties zich goed af te vragen of ‘het nieuwe werken’:
De wens van een hogere productiviteit van medewerkers en een betere competitieve positie van de organisatie zijn niet per definitie redenen om te kiezen voor tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Het is verkeerd te denken dat ‘het nieuwe werken’ een one-size-fits-all-systeem is.
Bron: P&O Actueel