Het ontslag van een preventieadviseur: wees voorzichtig en volledig

Rechtspraak

Sieglien Huyghe, Advocaat, Claeys & Engels

Wanneer een werkgever wil overgaan tot ontslag van een preventieadviseur moet hij er rekening mee houden dat de preventieadviseur zowel inhoudelijk als procedureel beschermd is.

1-

Inhoudelijk kan de werkgever de arbeidsovereenkomst van de preventieadviseur enkel beëindigen om redenen die vreemd zijn aan zijn onafhankelijkheid of om redenen waaruit blijkt dat hij niet bekwaam is om zijn opdrachten uit te oefenen.

Procedureel gezien moet de werkgever aan de preventieadviseur bij aangetekende brief de redenen waarom hij de overeenkomst wil beëindigen én het bewijs van die redenen meedelen (artikel 5,1° Wet Bescherming Preventieadviseurs). Verder moet hij aan de leden van het CPBW voorafgaandelijk het akkoord vragen over de beëindiging en aan hen ook een afschrift meedelen van de brief die werd verzonden aan de preventieadviseur (artikel 5, 2° Wet Bescherming Preventieadviseurs).

2-

De vraag stelt zich evenwel of de bewijsstukken van de aangevoerde redenen ook effectief aan de brief toegevoegd moeten worden en of de werkgever gebruik kan maken van de procedure ‘rechtstreekse participatie’ (zoals voorzien in artikel II.8-1 van de Codex Welzijn op het Werk) indien er binnen de onderneming geen CPBW noch vakbondsafvaardiging bestaat. De procedure ‘rechtstreekse participatie’ houdt in een notendop in dat kennisgevingen kunnen worden gedaan via een uithangbord of een ander geschikt communicatiemiddel waarmee alle werknemers kunnen worden bereikt en waarbij werknemers hun opmerkingen of advies volledig discreet kunnen optekenen in een register dat ter beschikking wordt gesteld.

3-

Deze vragen werden beantwoord door de Nederlandstalige arbeidsrechtbank te Brussel in haar vonnis van 23 februari 2023.

Wat het bewijs betreft, is de arbeidsrechtbank te Brussel van oordeel dat de werkgever effectief alle bewijsstukken aan de brief als bijlage moet toevoegen. Het volstaat dus niet om op zeer nauwkeurige wijze de redenen mee te delen in de brief. De arbeidsrechtbank verwijst in dit verband naar het feit dat artikel 5,1° van de Wet Bescherming Preventieadviseur uitdrukkelijk bepaalt dat ook het bewijs van die redenen moet worden meegedeeld.

Wat de procedure ‘rechtstreekse participatie’ betreft, oordeelt de arbeidsrechtbank van Brussel dat de werkgever aan elke werknemer persoonlijk een aangetekende brief moet versturen waarin het voorafgaand akkoord met het ontslag van de preventieadviseur wordt gevraagd én waarbij ook een afschrift wordt gevoegd van de brief die aan de preventieadviseur werd verstuurd. De arbeidsrechtbank komt tot dit besluit omdat ze van oordeel is dat artikel 5, 2° van de Wet Bescherming Preventieadviseurs primeert op de procedure voorzien in artikel II.8-1 van de Codex Welzijn op het Werk.

4-

Deze redenering is o.i. voor discussie vatbaar aangezien artikel 2,3, a) van de Wet Bescherming Preventieadviseurs bepaalt dat voor de toepassing van de Wet – bij gebrek aan een CPBW en vakbondsafvaardiging – de werknemers zelf overeenkomstig artikel 53 van de Welzijnswet geraadpleegd moeten worden. Artikel 53 van de Welzijnswet verwijst op haar beurt naar de procedure van ‘rechtstreekse participatie’ zoals voorzien in artikel II.8-1 van de Codex Welzijn op het Werk.

Hiermee rekening houdend zou  dan ook geargumenteerd kunnen worden dat de werkgever wel degelijk gebruik kan maken van de procedure ‘rechtstreekse participatie’ waarbij een kopie van de aan de preventieadviseur verstuurde brief (en bijlagen) wordt uitgehangen of via een andere manier ter beschikking wordt gesteld van alle werknemers.  De vraag die zich uiteraard stelt is in welke mate dit laatste aspect te verzoenen is met de regels inzake GDPR aangezien hierdoor persoonsgegevens van de preventieadviseur verwerkt worden.

5-

Het vonnis van de arbeidsrechtbank te Brussel interpreteert de te vervullen procedurele formaliteiten bij een ontslag van een preventieadviseur dus zeer strikt. Gelet op de in het vonnis uitgewerkte redenering valt het nog af te wachten in welke mate dit vonnis ook door andere arbeidsgerechten en -hoven gevolgd zal worden. Niettemin is het aangewezen om – gelet op de grote bescherming – steeds voorzichtig om te springen met een ontslag van een preventieadviseur.

Sieglien Huyghe
Advocaat
Claeys & Engels

Projectbeheerder HR Analytics

Actiris

HR Manager

Meat&More

HR Business Partner

Zorg Stekene

Recruitment Manager

Intelect

Corporate Recruiter

Gentis

Aanmelden

Als lid van HR Square hebt u ook de mogelijkheid de digitale versie alsook de archieven van het tijdschrift te raadplegen via onze website.

HR Square Nieuws: de newsletter die HRM in kaart en in uw mailbox brengt.

Iedere week bieden we een overzicht van de voornaamste feiten en gebeurtenissen in HR. Meteen hebt u ook een overzicht van de HR-evenementen die u niet mag missen.

Gratis in de mailbox voor wie zich registreert.