Ooit werd de term ‘patatgeneratie’ gelanceerd, een benaming voor jongeren die begin jaren ‘70 geboren zijn, en die vrij ambitieloos en verwend waren. Een generatie die het allemaal maar aan kwam waaien. Hun kinderen, de generatie die nu stilaan de arbeidsmarkt betreedt, is echter van een heel andere orde: deze is juist ambitieus en gedreven. Maar wel minstens net zo verwend.
Prinsen en prinsessen
Ouders hebben een enorme invloed op hun kinderen. De ouders van deze generatie hadden als doel om hun kinderen voor alles te beschermen, om ze ‘speciaal’ te laten voelen, om ze niet te straffen, maar voornamelijk te belonen. Deze kinderen kenden dan ook maar weinig tegenslagen en teleurstellingen, daar zorgden de ouders wel voor.
Dit heeft zo zijn gevolgen wanneer deze personen de arbeidsmarkt betreden. De ‘generatie blasé’ wil bijvoorbeeld graag direct een fors salaris, veel verantwoordelijkheid en erkenning. Ze hebben geen boodschap aan de oudere generatie met meer ervaring of aan bestaande structuren, ze denken het immers beter te weten en pikken het niet als ze worden bijgestuurd met feedback. Bovendien zijn ze snel uitgekeken op hun baan en willen ze iets anders.
Hoe als werkgever te reageren?
Een goede werkgever kan de nadelen van deze generatie echter ombuigen in voordelen voor zijn organisatie en zo zeer talentvolle, ambitieuze mensen binnenhalen. Deze jongeren dienen dan wel op de gepaste wijze begeleid te worden en hun verwachtingen moeten goed gemanaged worden. Er tegenin gaan en hun mentaliteit willen veranderen, mag dan al weinig zin hebben, je kan er wel op anticiperen.
Bron: HR Base (hrbase.nl)