Wie zijn woon-werkverkeer geheel of gedeeltelijk te voet aflegt, kan daarvoor een wandelvergoeding krijgen van zijn werkgever. De vraag rijst nu hoe deze vergoeding fiscaal behandeld moet worden en meer bepaald ten belope van welk bedrag zij al dan niet is vrijgesteld.
Tot 390 euro per jaar vrijgesteld
Uit een antwoord van de minister van Financiën op een parlementaire vraag van Kamerlid Van den Bergh of de kilometervergoeding voor verplaatsingen van woon- werkverkeer met de fiets uitgebreid kunnen worden naar vergoedingen voor verplaatsingen die te voet worden afgelegd, blijkt dat de vrijstelling die geldt voor de fietsvergoeding (0,23 euro per kilometer voor inkomstenjaar 2017) niet mag worden uitgebreid naar een wandel- of stapvergoeding.
Dat neemt echter niet weg dat de vergoedingen die worden toegekend aan werknemers die hun woon-werkverkeer te voet afleggen, ook van een fiscaal gunstregime genieten en meer bepaald van de algemene vrijstellingsregeling die van toepassing is op de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten.
Deze algemene vrijstellingsregeling is verschillend al naargelang van het type van vervoermiddel dat gebruikt wordt, waarbij de wandelvergoeding onder het regime voor ‘andere vervoermiddelen’ kan worden ondergebracht. Dit regime bepaalt dat de werkgeversbijdrage (hier de wandelvergoeding) in het gebruik van een ander vervoermiddel (verplaatsing te voet) voor een maximumbedrag van 390 euro per jaar (geïndexeerd bedrag voor inkomstenjaar 2017) is vrijgesteld.
Verschil met de fietsvergoeding
Hoewel wandelaars fiscaal dus niet helemaal in de kou staan vergeleken met hun fietsende collega’s, moeten we wel opmerken dat de regeling voor de fietsvergoeding op een aantal punten ruimer is dan de algemene vrijstellingsregeling die van toepassing is op de wandelvergoeding. Zo geldt de algemene vrijstellingsregeling enkel voor werknemers en niet voor bedrijfsleiders. De vrijgestelde fietsvergoeding daarentegen kan aan beiden worden toegekend.
Bovendien zijn de algemene regels enkel van toepassing voor werknemers die in hun belastingaangifte voor de forfaitaire kostenaftrek kiezen en niet voor degenen die ervoor opteren om hun werkelijke kosten te bewijzen. Wat de fietsvergoeding betreft, zijn echter beide opties mogelijk.
Ook toebehoren?
Ten aanzien van fietsende werknemers kan de werkgever, naast de fiets zelf, nog tal van andere toebehoren toekennen of ter beschikking stellen (of de kosten ervan ten laste nemen). Zoals de onderhouds- en stallingskosten, de onderhoudskosten voor de fiets, een fietstas, …
Ten aanzien van wandelende werknemers is het aanbod minder groot. Hier kan je bijvoorbeeld beschermende regenkledij toekennen. Deze regenkledij, die wordt toegekend aan werknemers die te voet of met de fiets naar het werk komen, moet beschouwd worden als een ‘voordeel van alle aard’.
Bron: Securex (securex.eu)