De CEO Briefing van The Economist identificeert jaarlijks ‘de managementuitdagingen die de bedrijfsleiders wereldwijd bezighouden’. Aan de gegevensverstrekking van de jongste, zopas gepubliceerde editie namen 555 topkaders (waaronder 226 CEO’s) deel. Hun antwoorden werden aangevuld met diepte-interviews.
Een eerste treffende vaststelling is dat in deze zeer ruim bemeten enquête heel weinig plaats geruimd wordt voor vraagstukken van personeelsbeleid. Als HR dan toch in het verhaal betrokken wordt, dan komt het volgende uit de bus.
Op de vraag “Welke van de volgende businessfuncties zullen de belangrijkste zijn voor de realisatie van uw bedrijfsstrategie?”, plaatsen de respondenten HR op de laagste treden van de ladder. Veruit de belangrijkste functie in het hoofd van de CEO is verkoop en marketing (56% van de stemmen, elke respondent kon drie functies aanduiden). Daarna volgen kennismanagement en onderzoek (36%), klantenservice (33%), operaties en productie (29%) en IT (25%). Personeelsbeleid (16%) vinden we pas terug op de tiende van elf plaatsen, net achter financiën dat het met 17% ook niet schitterend doet. Hekkensluiter is logistiek met een score van 7%.
Nog een beetje zout op de wonde? The Economist vroeg de respondenten ook een score toe te kennen voor de prestaties van de genoemde functies. HR haalt hier slechts 4% vermeldingen ‘excellent’, het laagste percentage samen met logistiek (3%) en aankoop (4%). Tellen we er ook nog de ‘goed’-scores bij, dan strandt HR op 27% en dat is het slechtste resultaat van alle functies.
Conclusie: een meerderheid van CEO’s en topkaders is van oordeel dat HR in het beste geval middelmatig presteert (36%) en vaak slecht tot zeer slecht zijn rol speelt (32%). Misschien vinden ze dat niet eens erg, gezien het lage soortelijk gewicht dat ze aan HR toekennen. Of moeten we het omgekeerd interpreteren?