Dat blijkt uit de tweede ‘WorkPlace Survey’, een internationale studie van de Amerikaanse, beursgenoteerde HR-dienstengroep Robert Half International (RHI), die nu om de drie maanden wordt uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau bij 2819 HR- en finance-managers in 13 landen: België, Brazilië, Dubai, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Oostenrijk, Spanje, Nederland, Tsjechië en Zwitserland.
Sociale en professionele netwerksites zijn enorm populair. LinkedIn telt ondertussen meer dan 75 miljoen professionele geregistreerden in 200 landen. Facebook heeft wereldwijd zelfs al 500 miljoen actieve gebruikers. Maar zijn ze ook een veelgebruikt rekruteringskanaal geworden voor bedrijven?
De overgrote meerderheid van de rekruteerders in België geeft nog steeds de voorkeur aan het ontvangen van een curriculum vitae (75 procent) en/of motivatiebrief in plaats van een link naar een profiel op een professionele netwerksite (amper 5 procent). Meer nog, in België heeft 19 procent van de rekruteerders zelf geen profiel op een sociale netwerksite.
België bengelt daarmee in de achterste regionen in een voorkeur voor het werken met een netwerksite in plaats van de traditionele kanalen. Daar is België met 5 procent in het gezelschap van Tsjechië (nauwelijks 2 procent), Luxemburg (3 procent), Ierland (4 procent), Nederland (6 procent) en Dubai (6 procent).
Koploper is Brazilië, waar 21 procent al een voorkeur heeft voor een link naar een profiel op een netwerksite. Op de tweede plaats prijkt Duitsland (18 procent), gevolgd door Oostenrijk (13 procent), Spanje (13 procent), Italië (11 procent) en Zwitserland (9 procent).
Toch moeten werknemers en kandidaat-werknemers beseffen dat 1 op de 5 van de Belgische respondenten zich laat beïnvloeden met wat er aan informatie te vinden is op sites zoals Facebook, Twitter en LinkedIn. Ook in onze buurlanden worden deze netwerksites als een goede bron van informatie gezien. In Nederland bevestigt 61 procent van de rekruteerders rekening te houden met wat ze aan commentaren en informatie vinden op sociale en professionele netwerksites. In Duitsland gaat het om 39 procent, in Frankrijk 29 procent en in Luxemburg 26 procent.
Sociale netwerksites zullen ongetwijfeld de klassieke rekruteringskanalen niet kunnen verdringen, maar ze zullen wel een belangrijke ondersteuning worden in zowel het rekruteringsproces, als het retentiebeleid. De belangrijkste voordelen die bedrijven zien in het gebruik van externe sociale en professionele netwerksites zijn het aantrekken van nieuw talent (21 procent), het stimuleren van samenwerking en communicatie tussen collega’s (19 procent), het controleren van kandidaat-werknemers (12 procent) en het verbeteren van de betrokkenheid van het personeel (9 procent).
“Rekruteerders kunnen vandaag gebruik maken van een zeer breed palet aan kanalen om de juiste kandidaat voor de job te vinden. Sociale media zullen dan ook in de toekomst meer en meer ingezet worden als onderdeel van het rekruteringsproces, waarbij het accent vooral zal liggen op het verifiëren van de informatie en commentaren die er over een kandidaat-werknemer te vinden zijn. Werkzoekenden zijn gewaarschuwd”, besluit Chris Leyssens, director bij Robert Half International.