De verordening (EG) 883/2004 bepaalt aan welke sociale zekerheid een werknemer onderworpen is in de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland. Hierbij geldt als algemeen principe dat een werknemer slechts aan sociale zekerheid in één lidstaat onderworpen kan zijn. Anders dan wat er fiscaal kan, kan een werknemer in principe niet gelijktijdig aan sociale zekerheid in meerdere lidstaten onderworpen zijn (hierop kunnen nog een aantal uitzonderingen bestaan in het kader van de overgangsregeling waarin verordening 1408/71 nog van toepassing is).
Als uitzondering op dit werkstaatprincipe geldt de detacheringsregeling waarbij iemand tijdelijk naar het buitenland wordt gestuurd met behoud van de sociale zekerheid van de uitzendstaat en de regeling van de gelijktijdige tewerkstelling in meerdere lidstaten.
Maar wat indien een werknemer structureel veel reist? Gaat het dan om opeenvolgende detacheringen of een vorm van gelijktijdige tewerkstelling in meerdere lidstaten?
Gelijktijdige tewerkstelling in verschillende lidstaten
Om uit te maken of iemand gelijktijdig in meerdere lidstaten werkt, moet gekeken worden of iemand minstens 5% in een andere lidstaat werkt. Om misbruiken te vermijden, bepaalt de verordening immers dat er geen rekening wordt gehouden met marginale activiteiten, hetzij activiteiten die minder dan 5% bedragen.
Stel dat een werknemer 96% in België werkt en 4% in Luxemburg, dan wordt met die 4% geen rekening gehouden en gaat men er vanuit dat de werknemer uitsluitend in één land (België) werkt. Indien de werknemer 80% in België werkt, 15% in Frankrijk en 5% in Nederland, dan bevinden we ons wel in een situatie van gelijktijdige tewerkstelling en zijn de regels inzake gelijktijdige tewerkstelling van toepassing.
Bijgevolg, zeker voor werknemers die in het kader van hun functie op jaarbasis vaak naar dezelfde landen reizen, kan men al snel in een geval van gelijktijdige tewerkstelling in meerdere lidstaten terechtkomen. Ook hier moet men een A-1-formulier aanvragen, maar anders dan bij de detachering, moet men dit niet telkens opnieuw doen wanneer men naar een land reist. Het kan voor één langere periode in de EER/Zwitserland worden aangevraagd.
Waar sociale zekerheid betalen?
Bij een gelijktijdige tewerkstelling in meerdere lidstaten gelden verschillende regels naargelang de werknemer één of meerdere werkgevers in diverse lidstaten heeft.
Bij één werkgever wordt hij onderworpen aan de sociale zekerheid van zijn woonstaat voor zover hij er minstens 25% werkt. Zoniet, is hij onderworpen aan de sociale zekerheid van de zetel van werkgever, tenzij de werkgever buiten de EER/Zwitserland is gevestigd in welk geval de werknemer altijd aan de sociale zekerheid van de woonstaat is onderworpen.
Indien de werknemer meerdere werkgevers in diverse lidstaten heeft (bijvoorbeeld in het kader van een ‘salary split’), dan zijn sinds 28 juni 2012 de regels vrij complex geworden. Voor nieuwe situaties sinds 28 juni 2012 geldt immers het volgende:
- De werknemer is onderworpen aan de sociale zekerheid van de woonstaat voor zover hij er minstens 25% werkt.
- Zoniet:
- Indien de werkgevers gevestigd zijn in slechts twee lidstaten waarvan één ook de woonstaat is: de sociale zekerheid van de andere lidstaat dan de woonstaat.
- Indien de werkgevers gevestigd zijn in meer dan twee andere lidstaten dan de woonstaat: de woonstaat.
Een voorbeeld: een werknemer woont in België, werkt 20% in België voor een Belgische werkgever en 80% in Frankrijk voor een Franse werkgever. De Franse sociale zekerheid zal op zijn totaal inkomen verschuldigd zijn. Indien dezelfde werknemer plots ook voor een Luxemburgse werkgever gaat werken (bijvoorbeeld 20% in België voor de Belgische werkgever, 60% in Frankrijk voor de Franse werkgever en 20% in Luxemburg voor de Luxemburgse werkgever), zal hij niet langer aan de Franse sociale zekerheid zijn onderworpen, maar aan de Belgische sociale zekerheid.
Hoe de 25% bepalen?
Belangrijk hierbij is dat er uitsluitend rekening wordt gehouden met de ‘Europese’ (EER + Zwitserland) tijd en dat de 25% op deze ‘Europese’ tijd moet worden berekend. Stel dat een werknemer veelvuldig naar de VS reist (bijvoorbeeld 30% op jaarbasis), dan moet met deze tijd geen rekening worden gehouden, maar moet de 25% op de overblijvende 70% worden toegepast (dus 25% van 70% ‘Europese’ tijd).
Tevens moet voor de vaststelling van de 25% rekening worden gehouden met de verwachte situatie in de volgende 12 kalendermaanden, dus op jaarbasis.
Geen gelijktijdige tewerkstelling
Is er geen sprake van een gelijktijdige tewerkstelling in meerdere lidstaten (omdat bijvoorbeeld nergens de 5%-drempel wordt bereikt), dan wordt de werknemer geacht slechts in één land te werken. In dat geval zal hij onderworpen zijn aan de sociale zekerheid van dit land en zullen bij reizen naar het buitenland de detacheringsregels van toepassing zijn.
Auteur: Sophie Maes (advocaat-vennoot Claeys & Engels)