Naar aanleiding van de Internationale Vrouwendag op 8 maart onderzocht HR-dienstengroep Acerta hoe mannen en vrouwen hun werkomstandigheden percipiëren. Voor die ‘Candidate Pulse’ ondervraagt Acerta jaarlijks meer dan 1500 werknemers.
Gelijkenissen
De resultaten tonen onder meer opmerkelijke gelijkenissen op het vlak van jobverruiming, horizontale groeimogelijkheden en work-life balance. Zelfs als er wordt toegespitst op de loonkloof, zien we verrassend genoeg dat op het gebied van de loontevredenheid het verschil miniem is.
Vijftig procent van de vrouwen geeft aan tevreden te zijn over de verloning, bij mannen is dat slechts 46 procent. Een jaar geleden schatten vrouwen de situatie iets minder rooskleurig in, toen was slechts 42 procent van de vrouwen vergenoegd over het loon, tegenover 44 procent van de mannen. Vrouwen ervaren dus een meer positieve vooruitgang in hun loon dan hun mannelijke collega’s.
Ook op andere vlakken dan loon zijn de overeenkomsten tussen de geslachten opvallend:
- Mannen en vrouwen zijn even (on)tevreden over hun evenwicht tussen werk en privé. Ongeveer 57 procent van de mannen én van de vrouwen is positief over deze balans.
- Ook de jobverruiming gaat gelijk op tussen beide seksen: mannen en vrouwen zijn even tevreden met de ruimte die ze krijgen om nieuwe taken permanent op te nemen in hun huidige takenpakket. Zowel de helft (51 procent) van de vrouwen als de helft van de mannen vindt dit vandaag van toepassing in zijn/haar carrière.
- Zowel mannen als vrouwen (22 procent) zien beperkte groeimogelijkheden binnen hun huidige job.
- En ook op vlak van jobzekerheid is er geen verschil tussen de geslachten: zo’n 60 procent zegt zeker te zijn zijn/haar job te kunnen behouden, terwijl 21 procent hier niet van overtuigd is.
Opvallende verschillen
Vrouwen zijn wel minder bereid langer te werken dan hun mannelijke collega’s. Voor 36 procent van de vrouwen ligt de piek op 60 jaar, terwijl 34 procent van de mannen zegt te willen doorgaan tot zijn 65ste.
Vrouwen zijn ook minder snel geneigd te veranderen van job dan mannen. Het gaat om 28 procent van de vrouwen tegenover 35 procent van de mannen. Het lijkt dus belangrijk als werkgever om voor deze groep vrouwen meer jobrotatiemogelijkheden of opleidingen voor te stellen om op die manier hun duurzame inzetbaarheid te bevorderen.
Vrouwen blijken ook zelf meer te werken aan hun eigen ontwikkeling door tijd te investeren in bijkomende opleidingen. We zien bijvoorbeeld dat vrouwen opvallend meer loopbaanbegeleiding volgen dan mannen: 8 procent van de vrouwen geeft aan ooit al een sessie gevolgd te hebben, tegenover slechts 3 procent van de mannen.
Een cliché dat wel bevestigd wordt in het onderzoek, ligt bij de verticale doorgroeimogelijkheden bij vrouwen. Ongeveer 70 procent van de vrouwen vindt nog steeds dat ze geen doorgroeimogelijkheden hebben, tegenover 63 procent bij de mannen. De kloof lijkt bovendien iets groter te zijn dan vorig jaar, toen het verschil slechts 5 procent was.
Bron: Acerta (acerta.be)