De vroegere werkplek voldoet voor veel werknemers niet langer aan hun behoeften. Ruim een op drie (39 procent) klaagt over omgevingslawaai en een op vijf heeft het gevoel met te veel personen op dezelfde plaats te werken. Een op vier werknemers zegt te moeten werken met kunstlicht en bijna de helft vindt dat er geen aandacht is voor ergonomie. Een minderheid (14 procent) meent bovendien dat het beter kan met de hygiëne op de werkvloer. Arbeiders signaleren dat probleem vaker dan kantoorwerkers (21 versus 11 procent).
Het is dus voor veel werkgevers een uitdaging om te investeren in een post-coronawerkvloer. Dit zal een positieve impact hebben op werkplezier en motivatie. Het verband tussen de kwaliteit van de werkplek en het werkplezier blijkt immers uit het onderzoek. Werknemers die plezier beleven aan hun werk hebben vaker een aparte werkplek dan zij die minder werkplezier ervaren (36 versus 25 procent). Als ze toch samen zitten met collega’s op kantoor, is er veel ruimte tussen de bureaus (56 versus 34 procent).
Hun werkgever heeft ook vaker aandacht voor ergonomie (39 versus 16 procent) en een moderne inrichting, met extra elementen zoals zitzakken of een pingpongtafel en een gezellige plek om te pauzeren (22 versus 14 procent), dan dat het geval is voor werknemers die minder plezier beleven aan hun werk. Er is bovendien volop daglicht (61 versus 42 procent), de ramen kunnen open om frisse lucht binnen te laten (58 versus 46 procent) en er wordt regelmatig schoongemaakt (72 versus 44 procent).
Anja Van den Broek: “Wanneer werknemers een fijne werkplek hebben, heeft dat een reële impact op de motivatie en het welzijn van de medewerkers. Zo zien we dat een mindere mentale en fysieke gezondheid samenhangt met een werkplek die gebreken vertoont: lawaaihinder, veel mensen bij elkaar, geen daglicht en oppervlakkig schoonmaakwerk. Werkgevers zijn zich daar niet altijd van bewust, of kiezen vanuit een blik op de directe kosten om te besparen op bijvoorbeeld het aantal werkplekken. Ze mogen echter de kosten in termen van welzijn en gezondheid niet onderschatten.”
Bron: Tempo-Team. Onderzoek bij een steekproef van 2.506 werknemers en 269 werkgevers in België, representatief op het vlak van taal, geslacht en leeftijd met een maximale foutmarge van 1,86 procent.