Het arbeidshof in Brussel merkte op dat: “(…) bij uitzendarbeid weliswaar een deel van het werkgeversgezag uitgeoefend wordt door de gebruiker, maar het werkgeverschap (…) toe (komt) aan het uitzendbureau.”
Op die manier bestaat er tussen werkgever en werknemer nog geen vroegere indienstneming (de werknemer was toen immers in dienst van het uitzendbureau), zodat een proefbeding dat opgesteld wordt na een periode van uitzendarbeid als conform de wettelijke regels beschouwd wordt.
Let op: wettelijke bepalingen voor uitzendarbeid
Het arbeidshof nuanceerde echter zijn standpunt door erop te wijzen dat een proefbeding na een periode van uitzendarbeid in bepaalde gevallen nietig kan zijn. Namelijk indien de uitzendarbeid niet is verlopen met inachtneming van de geldende wettelijke bepalingen (bijvoorbeeld: tewerkstelling van een uitzendkracht voor andere dan de toegelaten ‘tijdelijke arbeid’). In dit geval is er sprake van ‘oneigenlijk gebruik’ van uitzendarbeid en bepaalt de wet dat de gebruiker – dit is de onderneming waar de uitzendkracht wordt tewerkgesteld – en de uitzendkracht geacht worden verbonden te zijn door een arbeidsovereenkomst.
Met andere woorden: de gebruiker is tijdens de periode van de uitzendarbeid al te beschouwen als ‘werkgever’, zodat er na de periode van uitzendarbeid geen rechtsgeldig proefbeding meer kan worden opgenomen in de arbeidsovereenkomst van de voormalige uitzendkracht. Deze arbeidsovereenkomst kan dan immers niet beschouwd worden als de eerste indiensttreding, wat vereist is om een proefbeding te kunnen opnemen in de arbeidsovereenkomst.
In principe rechtsgeldig
Dit arrest bevestigt de meerderheidsopvatting in de rechtsleer en rechtspraak, met name dat een proefbeding in een arbeidsovereenkomst gesloten na een periode van uitzendarbeid in principe rechtsgeldig is. In de praktijk stellen we echter vast dat vele ondernemingen regelmatig een beroep doen op uitzendarbeid, zonder daarbij rekening te houden met de wettelijke vereisten inzake uitzendarbeid. Dit arrest leert ons dat er, in dat geval, toch een probleem kan ontstaan, indien men een proefbeding opneemt in de arbeidsovereenkomst van een voormalige uitzendkracht.
Arbeidshof Brussel, 6 maart 2009, 3de Kamer, AR 50. 826