Het is een wel gedocumenteerd feit dat één van de beste voorspellers van iemands economische status, de economische standing van diens ouders is. Dat is goed nieuws voor degenen met welgestelde ouders, maar slecht nieuws voor de economische mobiliteit. Een onderzoek van de St. Louis Fed probeert exact te achterhalen welke factoren bijdragen aan dit fenomeen, en hoe deze factoren beïnvloed kunnen worden om de economische activiteit te bevorderen.
De auteurs van de studie, George-Levi Gayle en Limor Golan van de Washington University in St. Louis, en Mehmet A. Soytas van de Ozyegin University, zochten de factoren die de grootste rol speelden in de inkomensovereenkomst tussen ouders en hun kinderen. Daarvoor bekeken ze de situatie van twee-oudergezinnen en hun participatie op de arbeidsmarkt, hun scholing, hun aantal kinderen, keuze van de partner en de verdeling van het werk.
De kosten van de opvoeding
De studie leverde opvallende resultaten op. Zo verwachtten de onderzoekers dat het kiezen van een partner met een gelijkaardig onderwijsniveau een belangrijke determinant zou zijn van de beperkte economische mobiliteit. Volgens hun analyses was de partnerkeuze echter slechts voor 13 procent van de correlaties verantwoordelijk.
De wijze waarop de moderne arbeidsmarkt is opgebouwd, is daarentegen wel een significante bijdrager aan de intergenerationele inkomensovereenkomsten: het gebrek aan jobflexibiliteit is één van de grootste verantwoordelijken van de intergenerationele volharding. De manier waarop werkgevers (en werknemers) denken over werk en het menselijk vermogen, heeft een grote invloed op de manier waarop huishoudens hun tijd indelen. Wat dan weer een enorme rol speelt in het vormen van de inkomens van de volgende generatie.
Hoe werkt het? Na een periode weg van de arbeidsmarkt, kan het heel moeilijk zijn, zo niet onmogelijk, om gewoon de draad opnieuw op te pikken. Er vindt een devaluatie van het menselijk kapitaal plaats. “De kosten van het opvoeden van kinderen zijn dus heel wat meer dan louter de kosten van de mislopen lonen. Er zijn ook toekomstige mislopen inkomsten”, stelt onderzoeker Gayle. En dat is een gegeven dat sommige gezinnen zich nu eenmaal beter kunnen veroorloven dan andere.
De studie wijst ook op de fout die heel wat onderzoeken naar intergenerationele inkomens maken, namelijk de focus op inkomensovereenkomsten tussen vader en zoon. Aangezien zowat de helft van de arbeidsmarkt ondertussen uit vrouwen bestaat, is dat een gedateerde onderzoeksvisie. Zeker omdat de rol van de vrouw, zowel thuis als op het werk, vaak cruciaal is in de verhouding tussen werken en opvoeden in de gezinsinkomens (zowel de huidige als de toekomstige).
Flexibiliteit als antwoord
Maar hoe hebben die ouderlijke keuzes nu een invloed op de inkomens van de kinderen? Dat komt door investeringen, zowel in tijd als in geld. Ouders moeten de keuze maken hoeveel tijd ze uittrekken om voor de kinderen te zorgen en wie dat zal doen. Deze beslissingen beïnvloeden de manier waarop kinderen opgroeien en welke keuzes ze later zelf maken over onderwijs, familie en work-life balance.
Gayle stelt dat de manier waarop mensen interageren met de arbeidsmarkt cruciaal zal zijn om de inkomensvolharding in de toekomst weg te werken, dit door de financiële verliezen te verminderen die inherent zijn aan de keuze om meer tijd met de kinderen door te brengen. Gayle concludeert: “Flexibiliteit van de jobs en de arbeidsmarkt, en een vriendelijkere werkplaats, zijn de beste mogelijkheden om veranderingen in de intergenerationele mobiliteit te beïnvloeden.”
Bron: The Atlantic (theatlantic.com)