Op de nieuwjaarsreceptie van de PS haalde voorzitter Elio Di Rupo uit naar de federale regering, die prat gaat op haar jobcreatie. Volgens Di Rupo zijn er vooral onzekere en slecht betaalde flexi-jobs bijgekomen. “Het gaat niet om jobs, jobs, jobs, maar eerder om miserie, miserie, miserie”, meende Di Rupo.
Donderdag counterde federaal minister van Werk Kris Peeters (CD&V) de oud-premier. “Spijtig genoeg heeft Elio Di Rupo het verkeerd, verkeerd, verkeerd”, reageerde Peeters. Want niet het aantal kleine (en vaak onzekere en slecht betaalde) jobs is toegenomen, maar wel vooral de grotere deeltijdse jobs, verdedigde de minister het regeringsbeleid.
Viervijfde en voltijds
De cijfers van de RSZ geven minister Peeters grotendeels gelijk. Sinds de regering-Michel eind 2014 is aangetreden, zijn er bij de loontrekkenden (werknemers en ambtenaren) bijna 110.000 banen bijgekomen, uitgedrukt in voltijdse eenheden.
De werkgelegenheid stijgt hoofdzakelijk in de privésector, en het gaat vooral om viervijfde en voltijdse banen. Die zijn elk goed voor bijna 40 procent van de nieuwe jobs. Tegelijk zien we min of meer een status quo tot lichte daling in de kleinere deeltijdse jobs.
Opvallend is de groei van de viervijfde banen. Méér vrouwen werken, en zij kiezen vaker voor deeltijds werk om dit te combineren met hun gezin. De werkgelegenheid neemt ook vooral toe in de dienstensectoren, en meer bepaald ook in de zorgsector, waar deeltijds werken meer is ingeburgerd. En een flink aantal werknemers en ook ambtenaren is nog in een viervijfde baan gestapt vóór de regering de regels heeft verstrengd voor tijdskrediet en loopbaanonderbreking.
Interim-jobs
De voorbije drie jaar zijn er ook veel interim-jobs bijgekomen. Volgens de RSZ-cijfers zijn zij goed voor ruim 20 procent van de nieuwe banen. Verhoudingsgewijs groeien de interim-banen trouwens het sterkst: met ruim een kwart. Maar ze maken nog altijd niet meer dan 5 procent uit van de totale loontrekkende werkgelegenheid in de privésector (uitgedrukt in voltijdse eenheden).
De sterke groei van de interim-banen heeft alles te maken met de economische conjunctuur. Als het slecht gaat, zoals in de crisissen van 2008 en 2011, valt de uitzendarbeid flink terug. En als de economie weer aantrekt, vertaalt zich dat eerst en vooral in een toename van de interim-banen.
Bron: VRT NWS (vrt.be)