Verscheidene keren ontvangt de werknemer schriftelijke opmerkingen hierover. Hij betwist de fouten niet, maar blijft dezelfde fouten maken. Omdat er geen verbetering merkbaar is, wordt een drietal weken na zijn terugkeer een vergadering belegd met de werknemer, de syndicale afgevaardigde en de HR-verantwoordelijke om de problemen bij de uitvoering van zijn werk te bespreken. De werknemer geeft daarbij aan dat hij gedemotiveerd is en gefrustreerd is over een aantal zaken, al sinds het begin van zijn tewerkstelling. De HR-verantwoordelijke stelt daarop dat er slechts twee mogelijke pistes zijn: ofwel wachten op een ontslag om dringende reden, ofwel een ontslag met prestatie van een opzeggingstermijn. Het vooruitzicht van een te presteren opzeggingstermijn is echter niet naar de zin van de werknemer, die er onder meer mee dreigt in dat geval systematisch ‘ziek’ te zijn en zijn werk slecht uit te voeren.
Deze reactie is de druppel die de emmer doet overlopen voor de werkgever, die overgaat tot ontslag om dringende reden. Er worden twee redenen aangevoerd: de herhaalde niet-naleving van de instructies en de dreigementen geuit tijdens de vergadering.
De rechtbank is van oordeel dat de niet-naleving van de instructies een fout uitmaakt. De herhaalde niet-naleving van instructies kan worden beschouwd als insubordinatie. De bewering van de werknemer dat hij moeite had bij zijn terugkeer na ziekte wordt niet geloofwaardig bevonden, temeer omdat het om zeer eenvoudige instructies gaat.
De rechtbank tilt nog zwaarder aan de dreigementen geuit tijdens de vergadering. Het argument van de werknemer dat deze dreigementen niet worden bewezen door de werkgever, wordt van de tafel geveegd. De rechtbank acht deze bewezen door de getuigenverklaringen van de HR-verantwoordelijken, die deels worden bevestigd door een getuigenverklaring van de syndicale afgevaardigde die aanwezig was tijdens de vergadering.
Ook het argument dat de werknemer zich nog in een fragiele toestand bevond na een lange periode van ziekte wordt afgewezen. Er ligt immers geen enkel stuk voor dat deze bewering kan staven. De rechtbank kwam tot de conclusie dat (onder meer) het dreigen met ziekte wel degelijk een ontslag om dringende reden kan rechtvaardigen.
Arbrb. Henegouwen, afdeling Charleroi, 1 september 2020, A.R. 19/472/A