Productiviteit, nettorendabiliteit, dekking van het vreemd vermogen door kasstroom en bedrijfsresultaat evolueerden in 2010 opnieuw in de goede richting. Solvabiliteit, liquiditeit, graad van financiële onafhankelijkheid en eigen vermogen bleven in 2010 min of meer stabiel ten opzichte van 2009.
Daarmee is een deel van de achteruitgang uit de crisisjaren 2008 en 2009 goedgemaakt. Maar zeker niet alles en helemaal. En dat is niet zo hoopgevend. De meeste kmo’s hebben kunnen teren op de reserves die waren opgebouwd in de goede jaren tot 2007, maar kregen nog niet de kans om die opnieuw aan te vullen. Ook niet in het relatief goede jaar 2010. Nu er een tweede crisisgolf bijkomt, is de vrees groot dat er meer kmo’s onderuit gaan.
Meer kmo’s
In de voorbije tien jaar groeide het aantal kmo’s fors aan. Er waren er in 2010 ruim 940.000 in ons land, tegen ruim 780.000 in 2000.
In Vlaanderen steeg het aantal met 21 procent, van goed 450.000 naar bijna 550.000. Een steeds groter deel heeft een vennootschapsstatuut. 275.800 kmo’s in Vlaanderen (2010) waren vennootschappen, naast 271.070 eenmanszaken. Sinds 2008 overtreft het aantal vennootschappen het aantal eenmanszaken.
5 procent van de kmo’s stelt personeel tewerk – overigens zijn er ook veel bedrijven met het statuut van eenmanszaak die wel mensen tewerkstellen. Vooral in de groep met vijf à tien werknemers groeide de tewerkstelling.
Bron: De Tijd