Het vraagt daarom een verdere en consequente regionalisering en activering van het arbeidsmarktbeleid (1). Het verschil tussen een inkomen uit arbeid en een uitkering moet groot genoeg zijn om mensen aan de slag te doen gaan.
Daarnaast ziet het ook een belangrijke rol voor het onderwijs. Er moet in het lager en secundair onderwijs meer aandacht zijn voor een aantal noodzakelijke basiscompetenties, algemene kennis en voor technische en beroepsvaardigheden (2). Daarnaast moet er ook oog zijn voor permanente opleiding (3).
De organisatie benadrukt ook dat langere loopbanen onvermijdelijk zijn. Er moet daarom verantwoord gebruik gemaakt worden van loopbaanonderbreking (4). Er moet afstemming zijn tussen de verschillende stelsels, zodat tijdskrediet kan, maar steeds met mate. Daarnaast is ook de verdere afbouw van brugpensioen essentieel (5).
Unizo pleit ook voor kinderopvang op maat en betere begeleiding van jonge ouders (6).
Om de gaten in de arbeidsmarkt op te vullen, moet ook arbeidsmigratie, zowel tussen de verschillende regio’s in dit land (7), als met de ons omringende landen en andere EU-lidstaten (8), gestimuleerd worden.
Unizo vraagt ook nog bijkomende inspanningen van VDAB om hun aanbod verder af te stemmen op de kmo-wereld (9). Tot slot moet ook het wegvallen van werkloosheidsvallen een prioriteit zijn (10).
Bron: Unizo