20,061 miljoen Europeanen in de Europese Unie zijn werkloos. Van hen wonen er 18,820 miljoen in de eurozone.
In vergelijking met november 2011 is de werkloosheidsgraad in beide regio’s sterk gestegen. Toen bedroeg de werkloosheidsgraad in de eurozone 10,6 procent en in de Europese Unie 10 procent.
De werkloosheidsgraad is het laagst in Oostenrijk (4,5 procent), Luxemburg (5,1 procent), Duitsland (5,4 procent) en Nederland (5,6 procent).
De werkloosheidsgraad is het hoogst in Spanje (26,6 procent) en Griekenland (26 procent).
België blijft met een werkloosheidsgraad van 7,4 procent onder het Europees gemiddelde.
Het voorbije jaar steeg de werkloosheid in achttien lidstaten. Vooral in de crisislanden Griekenland en Spanje nam de werkloosheid fors toe met respectievelijk 7 procentpunten en 3 procentpunten.
De jongeren zijn de grootste slachtoffers van de economische crisis. Bijna een kwart van alle min-25-jarigen in de eurozone of 3,7 miljoen jongeren hebben geen job.
In de Europese Unie steeg de jeugdwerkloosheid van 22,2 procent in november 2011 tot 23,7 procent een jaar later. In de eurozone steeg de jeugdwerkloosheid in dezelfde periode van 21,6 naar 24,4 procent.
Vooral de Griekse (57,6 procent) en Spaanse (56,5 procent) jongeren vinden amper een job. Ook in Italië en Slovakije is er een hoge jongerenwerkloosheid, meer dan een derde heeft er geen job. Voor Italië gaat het om een stijging met 5 procentpunt op een jaar tijd, goed voor een absoluut record van 37,1 procent.