Het kortdurende ziekteverzuim blijft met 2,44 procent op dezelfde hoogte als de voorbije jaren. In 2011 was een Belgische werknemer gemiddeld 48 uur ziek, wat zijn werkgever gemiddeld 852 euro kostte. Dit bedrag omvat louter de loonkosten van de niet-gepresteerde uren en niet de omvangrijke indirecte kosten zoals productiviteit- en kwaliteitsverlies, vervanging van de zieke werknemer, stijgende werkdruk en motivatieverlies bij collega’s.
Het hoge kortdurende ziekteverzuim kan verklaard worden door grijs verzuim, gebrek aan motivatie en betrokkenheid, en door de impact van de crisis op de motivatie en betrokkenheid van de Belg.
Langdurig ziekteverzuim
De sterke stijging van het langdurig ziekteverzuim is opmerkelijk. In de periode 2002-2008 schommelde dit langdurend verzuim tussen 1,49 procent en 1,6 procent. Sinds 2008 is een scherpe wijziging merkbaar van 1,56 procent naar 2,29 procent, wat neerkomt op een stijging van 47 procent.
Opvallend is ook dat het verschil tussen lang- en kortdurend verzuim in de loop der jaren kleiner is geworden. Bij arbeiders is er sinds 2010 zelfs meer langdurend dan kortdurend verzuim.
Een andere opmerkelijke vaststelling is dat het langdurend verzuim stijgt met de leeftijd. Oudere werknemers zijn vaker langdurig ziek dan jongeren. Zo zijn veertigers vaker langdurig ziek dan dertigers, en dertigers vaker dan twintigers. De sterkste stijging sinds 2008 is echter vast te stellen bij 50-plussers.
De oorzaken zijn divers: naast een vergrijzing van de werknemerspopulatie zijn arbeidsomstandigheden, zware motivatieproblematieken, stress en burn-out en fysieke aandoeningen mogelijke oorzaken. De kostprijs voor de maatschappij is aanzienlijk, omdat ziekte langer dan een maand grotendeels voor rekening van de sociale zekerheid is. De grenzen van het ‘citroenloopbaanmodel’ zijn blijkbaar bereikt.
“Naast demografie en arbeidsmarktkrapte dwingt deze ontwikkeling ons om werk te maken van een nieuw, flexibel loopbaanmodel”, zegt Luc Dekeyser, directeur van het Kenniscentrum van SD Worx.