De nieuwe wet begrenst de arbeidsduur van artsen in opleiding tot 48 uur per week, met een absolute grens van 60 uur. Dat is het gevolg van een Europese richtlijn, die evenwel voorziet in een uitzondering voor spoeddiensten en MUG’s. Volgens dokter Jan Stroobants, voorzitter van de Belgische vereniging voor urgentiegeneeskunde, is in de Belgische wet die uitzondering echter weggevallen. In een open brief in de Artsenkrant vragen de urgentieartsen aan verantwoordelijk minister Joëlle Milquet (cdH) waarom geen uitzondering is gemaakt voor de spoeddiensten.

“Als minder mensen hetzelfde werk moeten doen, zullen er minder MUG’s zijn en zal de wachttijd op de spoed toenemen”, zo zegt dokter Stroobants. Volgens hem werd de urgentie-artsen niet om advies gevraagd. De spoedartsen eisen een juiste omzetting van de richtlijn en dus een uitzondering voor de spoeddiensten en MUG’s. Stroobants beklemtoont dat hij alle rechtsmiddelen zal gebruiken om de bevolking van drama’s te vrijwaren. De spoedartsen overwegen om naar het Grondwettelijk Hof te stappen wegens discriminatie: militaire artsen vallen immers wel buiten de wet.

In een repliek op de open brief stelt Milquet dat de richtlijn geen uitzondering voorziet voor urgentiediensten, zoals de artsen beweren. Volgens haar is aan de wet meer dan een jaar overleg voorafgegaan met de artsen in opleiding, de artsensyndicaten, de ziekenhuizen en de ziekenhuisbeheerders. Bovendien werd de wet unaniem goedgekeurd in de Kamer.

Bron: De Morgen