Hoewel de federale regering al jaren langer werken wil stimuleren, blijft de gemiddelde leeftijd waarop de Belg met pensioen gaat al vijf jaar schommelen rond de 63 jaar en 4 maanden. Dat meldt HR-dienstenbedrijf Acerta op basis van gegevens van 260.000 werknemers.
Dit toont dat de Belg zodra het kan op vervroegd pensioen gaat. Meer nog: sinds de coronacrisis gaan Belgische werknemers zelfs iets vroeger op pensioen. Arbeiders zwaaien gemiddeld af op hun 62 jaar en 8 maanden, bedienden een jaar later. “De crisis heeft een impact gehad op de beslissing van de Belg om sneller af te zwaaien. Velen hebben nu wat sneller de stap gezet door de tijdelijke werkloosheid, thuiswerk, het gevaar op besmetting op de werkvloer, enzovoort. Zonder corona zou de gemiddelde pensioenleeftijd wellicht iets hoger zijn geweest. Maar toch blijft er nog heel wat werk op de plank om mensen langer aan de slag te houden”, zegt Ellen Van Grunderbeek, experte pensioenen, van het kenniscentrum bij Acerta Consult.
Verder blijkt dat mannen en vrouwen bijna even vroeg op pensioen gaan. Vrouwen gaan gemiddeld vier maanden later op pensioen (op gemiddeld 63,5 jaar) dan mannen. Dat komt vermoedelijk omdat vrouwen iets later in hun carrière aan 42 gewerkte jaren komen, maar het verschil is verwaarloosbaar.
In de bouw gaan werknemers het snelst op pensioen (62,7 jaar), gevolgd door de logistiek & transport en de metaal- en maakindustrie (62,9 jaar). In de horeca en de social profit blijven werknemers het langst actief op de arbeidsmarkt (63,7 jaar).