Heidi Verlinden, HR Research Expert bij Securex: “Belgische bedrijven wisten het afgelopen jaar de loonkost per werknemer te verminderen, maar omdat ze massaal een beroep deden op tijdelijke werkloosheid steeg de loonkost per effectief gewerkt uur alsnog. Zo komt de internationale competitiviteit van onze bedrijven mogelijk toch in gevaar. Zowel werkgevers als werknemers hebben vorig jaar moeten inleveren, maar tot dusver hebben de meeste mensen daardoor wel hun job kunnen behouden.”
De loonkost per effectief gewerkt uur voor Belgische werkgevers nam het afgelopen jaar met 7,9 procent toe. Dat is vooral te wijten aan de hoge mate van tijdelijke werkloosheid: werknemers werkten minder uren, maar de vaste looncomponenten bleven wel doorlopen. Bovendien pasten bepaalde werkgevers voor hun medewerkers in tijdelijke werkloosheid het nettoverschil bij tussen hun gebruikelijke loon en de tijdelijke werkloosheidsuitkering. Er was wel een daling van de totale loonkost per werknemer (- 2,15 procent) en per VTE (- 2,46 procent) per maand.
Voor Stijn Baert, professor Arbeidseconomie (UGent), is vooral de hogere loonkost per gewerkt uur relevant: “Dat de totale loonkost per werknemer daalde, is een logisch gevolg van de terugvallende vraag naar goederen en diensten in onze economie tijdens de coronacrisis. Als je minder moet produceren, heb je minder arbeidsuren nodig. Het is echter de loonkost per gewerkt uur waarmee Belgische bedrijven de competitie met hun buitenlandse concurrenten moeten aangaan. Als die minder steeg in het buitenland, kenden onze bedrijven een competitief nadeel.”
De felste loonkoststijging situeerde zich bij bedienden. In België steeg de loonkost per effectief gewerkt uur in 2020 bijna dubbel zo sterk voor bedienden als voor arbeiders (+ 9,2 t.o.v. + 5 procent).
Er wordt ook een sterkere stijging van de loonkost per gewerkt uur vastgesteld in grote ondernemingen. Bedrijven met 500 tot 1000 werknemers kenden immers de sterkste stijging in tijdelijke werkloosheid en daardoor ook een grotere stijging van hun loonkost per gewerkt uur (+ 16 procent).
Ook in sommige sectoren was er een bovengemiddelde stijging van de loonkost per gewerkt uur, met name in de socio-culturele sector (+ 35 procent), in de internationale handel, vervoer en logistiek (+ 13 procent), in de voedingsindustrie (+ 13 procent), bij non-food winkelbedrijven met verschillende filialen (+ 12 procent) en in de voedingswinkels (+ 12 procent).
Bron: Securex.