Managementopleidingen: Wat is een MBA nog waard?

Jaarlijks volgen honderden managers een studieprogramma voor de felbegeerde titel Master of Business Administration. Ze doen dit uit een behoefte aan kennis op het gebied van bedrijfsprocessen of met het oog op betere loopbaanperspectieven. Maar voegt een dergelijke opleiding ook echt iets toe? In de media doken er artikels op die beweerden dat de eens zo prestigieuze titel aan erosie onderhevig zou zijn. Het aanbod in managementopleidingen nam alleszins spectaculair toe, zodat er zelfs sprake is van een wildgroei. Voor alle duidelijkheid: er is inhoudelijk een verschil tussen de meestal voltijdse postgraduaatprogramma’s voor pas afgestudeerden die een eerste diploma willen aanvullen met een bijkomende academische opleiding, en de executive programma’s met deeltijdse of weekendformules voor managers die reeds praktijkervaring opdeden in de bedrijfswereld. Sommige business scholen stellen eveneens masteropleidingen samen op maat van een of meer bedrijfspartners.
> Is er crisis?
Daalde het succes van managementopleidingen en is er dus sprake van een malaise in de business schools? We vroegen aan enkele decanen of dit in hun instelling het geval was. Geen van hen sprak over een daling. Maar meestal klonk het dat het aantal inschrijvingen er zeker niet was op vooruitgegaan of stabiel bleef. Enige uitzondering was de Vlerick Leuven Gent Management School, die blijkbaar geen last heeft van al die kommer en kwel. De school verscheen dan ook in de prestigieuze Financial Times-rangschikking en dat heeft zijn effect. Zegt decaan Roland Vandierdonck: “Wij zijn wereldwijd gezien een relatieve nieuwkomer en halen daardoor wel wat markt binnen. Maar ook onze partner-MBA’s, waarbij wij in grote mate lokaal opereren, zijn volgeboekt en daar moeten we zelfs met wachtlijsten werken. Globaal spreekt men inderdaad van 15 à 25% minder applicaties. Vooral de grote en dure scholen krijgen daarbij de grootste klappen. Uiteraard voelt een Insead met 800 à 900 studenten die trend sterker aan dan, wereldwijd gesproken, een klein broertje zoals wij.”
Volgens Bruno Tindemans, directeur van Flanders Business School, evolueert het aantal inschrijvingen gewoon samen met de conjunctuur: “Het gaat meestal over een kleine marge op een vrij stabiel aantal. Loopt de conjunctuur wat minder, dan is er een daling en als de economie weer aantrekt, stijgt het aantal opnieuw een beetje. In bedrijven die moeten besparen, vormt opleiding wel eens de eerste post waarin men snoeit. Ongeveer tweederde van de MBA-studenten ontvangt financiële steun van het bedrijf waar ze werken, dus dat heeft zeker een effect. Bovendien is de markt van MBA’s de jongste vijf jaar sterk geprofessionaliseerd en werd de concurrentie groter. Vroeger was er een automatische instroom, nu moet je meer laten weten dat je bestaat en wat je te bieden hebt.”

Hoe best kiezen?
Wie besluit een MBA-opleiding te volgen kan best eerst de volgende vragen in acht nemen.

1. Waaruit bestaat uw opleidingsbehoefte? Business scholen bieden verschillende MBA-programma’s aan. Breng in kaart welke kennis en vaardigheden u wil bijschaven en ga na welke opleiding u het best verder helpt in uw loopbaanplan.
2. Hoe veel tijd vraagt de opleiding en hoeveel tijd kunt u ervoor vrijmaken? Wilt u fulltime of parttime studeren? Kunt u opdrachten uitvoeren in het bedrijf waar u werkzaam bent? Bent u bereid veel vrije tijd op te offeren aan werk en studie?
3. Hoe veel geld wil u hierin investeren? Kijk niet alleen naar de inschrijvingskosten, maar houd ook rekening met andere uitgaven, zoals werkverlet, studieboeken, reis- en verblijfkosten. Is uw werkgever bereid hierin tussen te komen en wat zijn de voorwaarden daarvan?
4. Welke toelatingseisen stelt het programma? Sommige scholen hebben een strenge toelatingsprocedure met testen, een schrijfopdracht en een gesprek.
5. Hoe is de studentenpopulatie opgebouwd inzake leeftijd, werkervaring en interesses?
6. Hoe internationaal of gespecialiseerd is het programma qua inhoud, docenten, studenten en netwerking. Strookt dit met uw loopbaanplan?
7. Hoe staat de business school bekend? Pols in bedrijven, bij HR-collega’s en alumni naar de kwaliteit van een school. Raadpleeg websites, literatuur en rankings. Ga eens langs bij een school, volg enkele colleges en proef de sfeer.

> Wat is het nut van een MBA?
De discussie over de waarde van de opleidingen kwam grotendeels op gang door de publicatie van het boek ‘Managers not MBA’s’ van de Canadese managementprofessor Henry Mintzberg. Hij betwistte daarin de mening dat MBA’ers betere beslissingen zouden nemen dan managers die binnen de muren van het bedrijfsleven zijn getraind. Volgens hem zijn MBA’ers te eenzijdig opgeleid en hebben ze afgeleerd zelfstandig te denken. Ze hanteren een managementstijl die hij omschrijft als “berekenend”: ze kijken naar een rapport van twintig pagina’s, laten er een analytisch model op los en nemen vervolgens een beslissing. Deze planmatige aanpak heeft volgens Mintzberg een dramatische uitwerking gehad op het functioneren van grote organisaties. Goed management is volgens Mintzberg een mix van betrokkenheid, inzicht in de manier waarop een organisatie functioneert, aangevuld met analytische vaardigheden. In de opleiding moet niet data crunching of droge analyse van casestudy’s primeren, maar wel de persoonlijke reflectie en uitwisseling van ervaring.
Bruno Tindemans relativeert onmiddellijk de polemiek: “De discussie over de waarde van een MBA-diploma is niet nieuw. Bij elke minder goede conjunctuur steekt die opnieuw de kop op, zo’n beetje zoals het monster van Loch Ness. De problematiek is genuanceerd, want als kennis niet bijdraagt tot beter management, dan zou je de onwetendheid moeten promoten en dan verzeil je in een wat debiele redenering. Kennis heeft wel degelijk belang en zeker in de huidige maatschappij met zijn complexere problemen. Natuurlijk is de vraag welke kennis en wanneer. Daarin deel ik de kritiek van Mintzberg volledig: een puur theoretische MBA meteen na de studies is zinloos. Dat is zoals leren koken zonder dat je ooit een keuken hebt gezien. Juist het reflecteren op de eigen ervaringen vanuit het theoretische concept en de toekomst die wordt aangereikt, is zinvol om na te denken of je wel goed managet en hoe het nog anders kan.”
Ook Frank Bostyn, decaan van de Universiteit Antwerpen Management School (UAMS) maakt een onderscheid tussen een initiële MBA en een post experience-programma en schrijft daaraan ook voor een deel de malaise toe die zich nu aftekent: “Het inleidend niveau blijkt nogal eens te generalistisch te zijn. Je krijgt er een meer academische benadering met alle functionele domeinen, waarvan de integratie onvoldoende aanwezig is. Deze programma’s appelleren aan een te jong publiek en hebben weinig toegevoegde waarde voor een meer senior publiek.”
Hij voegt daaraan nog twee andere elementen toe: “In belangrijke mate wordt de kwaliteit van de output bepaald door de selectiviteit in deelnemers die men zich kan permitteren. De absolute topscholen zijn daarbij in het voordeel. Daar heeft een MBA meer de functie van een gericht selectiemechanisme dat signalen geeft naar de markt, wat dus minder te maken heeft met de eigenlijke inhoud van de opleiding. Toch kan zelfs een te generalistisch programma nog steeds een functie hebben, omdat het aansluit bij de Amerikaanse en Angelsaksische traditie waar het undergraduated onderwijs zwakker is dan in Europa. Als je daar het kwalitatief inhoudelijk niveau van veel MBA’ers inschat, ligt het niet veel hoger dan dat van een goede handelsingenieur of TEW’er van bij ons. De behoefte daaraan is hier dus minder groot door ons degelijk onderwijs en ook het reputatie-element telt minder omdat we die hele grote topscholen hier niet hebben.”
Waarom blijven business schools ondanks het dalende succes dan toch nog uitpakken met MBA-programma’s? Dit heeft volgens Bostyn te maken met de beruchte rankings en public relations: “De basis waarop die rankings gemaakt worden, is bijna altijd een MBA, want dat is een standaardproduct dat je kunt vergelijken. Hoewel die opleidingen verlieslatend zijn, blijven scholen ze aanhouden omdat ze anders niet in de rankings worden opgenomen. Ze hopen dat dit hen een gunstige reputatie geeft, die dan overdrachtelijk werkt naar hun andere programma’s.”
Ten slotte haalt Bostyn nog een comfortfactor aan: “MBA’s zijn producten die iets gemakkelijker te organiseren zijn door universiteiten, omdat ze aansluiten op wat men daar traditioneel reeds doet. De vakgroepen van een faculteit Economie en Management vormen als het ware intellectuele silo’s, waaruit men maar te putten heeft om de vakjes van een MBA in te vullen die daarmee corresponderen.”
> Hoe reageren de business schools?
Managementinstellingen zouden dus toch moeilijke tijden doormaken. Hoe reageren zij om hun inschrijvingen op peil te houden? Nog volgens Frank Bostyn verschillen de reacties afhankelijk van de soort school: “Topscholen proberen hun reputatie te beschermen. Vooral de subtop krijgt problemen. Sommigen kiezen er resoluut voor om van hun programma’s te maken wat ze zouden moeten zijn: een meer senior niveau met integratie over de diverse functionele domeinen heen en gericht naar managers die al wat jaren ervaring hebben in het bedrijfsleven. Andere business schools bezondigen zich eraan de selectiedrempel te verlagen om toch maar meer studenten te rekruteren, waardoor je een trivialisering van de MBA krijgt, wat uiteraard de waarde ervan nog meer in vraag stelt. Een derde type reageert door te zoeken naar de toegevoegde waarde en die ligt veelal in de executive MBA’s of de specifiek georiënteerde masterprogramma’s die beter beantwoorden aan de werkelijke noden van het bedrijfsleven. Die lijn hebben wij ook gevolgd, waardoor de school meer een boetiek werd dan een supermarkt.”
Een soortgelijke reactie vinden we bij de Flanders Business School. Zij voerde in 2000 een grote studie uit, waarbij topmanagers in Vlaanderen en Nederland werden geïnterviewd, maar ook werd gepraat met de grote business scholen in Amerika. Bruno Tindemans licht toe: “Op basis daarvan hervormden we ons programma diepgaand, waardoor we ons nu volledig richten op ondernemerschap en innovatie. Daarbij komt zowel academische, conceptuele als praktijkgerichte kennis aan bod. Iemand kan wel een innovatief idee hebben, maar hoe breng je dat effectief in de praktijk, daar gaat het om. We dachten dat we daarmee vooral een soort start-up entrepreneurs zouden aanspreken die met een nieuwe zaak willen beginnen, maar daarin vergisten we ons. Wij krijgen managers uit grote bedrijven zoals BASF, Umicore, Monsanto, Alcatel of Atlas Copco, waar de nood aan innovatie, de kennis van entrepreneurship en ondernemerschapsvaardigheden heel groot blijkt te zijn. De deelnemers zijn ingenieur, dokter, apotheker, economist of marketeer met drie tot vijf jaar werkervaring waarin ze een specifiek expertisedomein hebben opgebouwd. Voor hen is dit aanbod van ideeën, vaardigheden maar ook reflectie en een netwerk van ondernemers, heel zinvol.”
> Praktijkervaringen van alumni
Waarom onmiddellijk na een andere universitaire studie nog een managementdiploma halen of als manager terug de schoolbanken opzoeken? Vier getuigenissen over het effect van managementopleidingen op de loopbaan.
Stefaan Verduyn
Stefaan Verduyn, consultant bij Hoffman & Associates, studeerde af als licentiaat in de Rechten aan de KU Leuven en behaalde er een MBA in 1989. Verduyn: “Ik wou mijn carrière niet beginnen met een typisch juridische functie. Al voor ik aan de Rechten begon, had ik al het idee daaraan een economische studie te breien. De combinatie van de juridische en de economische kennis zorgde ervoor dat ik van in het begin van mijn loopbaan voor zaken in aanmerking kwam die ik anders nooit had kunnen doen. Vlak na de opleiding kreeg ik immers bij een bank een kaderfunctie met een commerciële invulling. Een jurist zou nooit voor die functie op interview worden uitgenodigd. Na die bankcarrière ben ik overgestapt naar een HR-functie in een ander bedrijf. Ook die opportuniteit had ik nooit gekregen zonder de MBA-achtergrond. In het tweede jaar van mijn opleiding specialiseerde ik mij voor een deel in HR en dat speelde zeker mee. Door deze opleiding aan het begin van mijn loopbaan te plannen, kreeg ik daarna de kans om met open vizier en zonder vooroordeel meer objectief van alles te proeven.”
Johan Aeyels
Ook Johan Aeyels, HR-manager bij Capsugel, koos bewust voor een aanvullende opleiding na zijn studies Bestuurswetenschappen. Het werd Personeelswetenschappen aan de Universiteit Antwerpen Management School. Aeyels: “Ik dacht eerst in de loop van mijn carrière nog wel iets aanvullend te studeren, maar dan veeleer privé georiënteerd. Een HR-functie of personeelszaken, dat was zelfs wat onbekend voor mij. Maar omgaan met mensen en de problematiek daarvan sprak mij wel aan. Ik ben dan bijna toevallig op die studierichting gestoten, maar zag het wel bewust als een aanvullende keuze op de Bestuurswetenschappen. Direct na het behalen van het diploma kwam ik in een personeelsdienst terecht op een vrij generalistische post, waarbij ik heel wat zaken uit mijn opleidingspakket kon gebruiken. Als ik vergelijk met collega-studenten Bestuurswetenschappen die uiteindelijk ook in HR zijn beland, dan zijn zij toch eerst op een deelsegment in de bedrijfswereld moeten stappen. Ik vond het dus zeer nuttig dat ik die opleiding aansluitend op mijn eerste studies heb gedaan, maar het is uiteraard geen eindpunt. Ik ben van plan vroeg of laat nog iets dergelijks te doen. Geen master in HR, maar bijvoorbeeld iets meer naar algemeen management toe. De bedrijfservaring zal dan wel nuttig zijn om een aantal raakvlakken te hebben en problemen waarmee ik al geconfronteerd werd, juister te plaatsen.”
David Ducheyne
David Ducheyne, HR-director Belgium bij Case New Holland, volgde na zijn studies Bedrijfspsychologie aan de Universiteit Gent, nog Complementary Studies in Management aan de Vlerick Leuven Gent Management School in 1992. Hij begon fulltime aan de opleiding, maar vond al werk tijdens de studies en schakelde dan over op een parttime programma. Ducheyne: “Bedrijfspsychologie was naar mijn smaak wat te veel psychologie en te weinig bedrijf, ook al ging het niet over kennisoverdracht, want we kregen eveneens veel praktijkprojecten. Toch leer je daar weinig over de realiteit van bijvoorbeeld de productie of de financiën in een bedrijf om daarin je mannetje te staan. In de managementopleiding leer je de taal spreken van je klanten, je kunt meedenken en meepraten en de eigen bijdrage beter kaderen in de bedrijfscontext. Psychologen, sociologen of economen worden opgeleid in een bepaald denken en zo leer je het eens op een andere manier bekijken. Als groentje ben je nog niet bezig met strategie, maar in het kader van de opleiding ben je verplicht in je eigen bedrijfsomgeving vragen te stellen die je niet spontaan of pas veel later zou stellen. Dat werkt dan weer versterkend voor je integratie in het bedrijf. Van in het begin van mijn loopbaan, maar ook bij mijn latere werkgevers, waren die managementstudies nuttig en hebben ze mij inhoudelijk een extra waarde opgeleverd.”
Eric Van Gool
Eric Van Gool, HR-directeur van Dexia, volgde een residentieel MBA-programma in de Handelshogeschool Antwerpen van 1989 tot 1991, toen hij regiomanager was bij het toenmalige Bacob. Van Gool: “Ik wenste een bredere knowhow te verwerven in de diverse aspecten van het management. Vooral de formule van de opleiding was aantrekkelijk. Twee jaar lang kwamen we om de drie à vier weken samen van donderdagavond tot zaterdagmiddag. De opleiding wordt daardoor diepgaander en het vermindert voor een deel het vrijmaken van de agenda en de verplaatsingen. We waren slechts met een twintigtal deelnemers, wat de contacten tussen de cursussen, presentaties en workshops intenser maakte. Soms waren de koffiepauzes minstens even interessant als de lessen zelf, omdat de discussies dan gewoon verder gingen. Zo leer je ook de realiteit van bedrijven kennen. Er bestaat vaak een groot verschil tussen wat men officieel in presentaties vertelt en wat men tussen pot en pint hoort over hoe het er werkelijk aan toe gaat. Je krijgt een zicht op al die bedrijven waar juristen, economen, ingenieurs of psychologen werken. Ik vind dit echt een aanrader. Door het MBA-programma kreeg ik een boost in visie en ontwikkeling, en het heeft zeker indirect een positief effect gehad op mijn loopbaan.”

Brengt een MBA geld op? De interpretaties…
Frank Bostyn (UAMS) bevestigt de cijfers van de studies: “In de opvolging van studenten van een pre-experience programma, die bijvoorbeeld een master in management volgen na hun studies Rechten of Burgerlijk Ingenieur, stellen we vast dat zij samen met hun MBA-diploma meestal ook al een werkcontract op zak hebben en dat hun startwedde hoger ligt. Ook bij alumni van een deeltijdse executive MBA die met een mandaat van hun onderneming kwamen, merken we vrij vlug loopbaanacceleraties. Promotie en jobwissel zijn er niet alleen binnen maar ook over de ondernemingen heen, waardoor er zich een loyaliteitsprobleem voordoet. Daarom verbindt een bedrijf geregeld voorwaarden aan zijn medefinanciering, maar dat is dan ook weer een bewijs dat er, eventueel door de concurrentie, gemakkelijk meer betaald wordt omdat er effectief een meerwaarde is.”
Roland Vandierdonck geeft toe dat er de Vlerick Leuven Gent Management School zelf geen systematische metingen zijn van promotie, salarisverhoging of jobwissel van afgestudeerden: “Dat is te wijten aan de toch wat typisch Belgische houding dat het salaris tot de privé-sfeer behoort. Ook bij het verzamelen van cijfers hierover voor rankings duiken er wel meer problemen op met salariscriteria. Sommige studenten en alumni geven hun netto wedde op, anderen hun bruto wedde inclusief kosten voor de werkgever, wat soms leidt tot een verhouding van één op drie. Wij zouden dus eerst onze mensen moeten leren wat nu eigenlijk een salaris betekent.
Bovendien moeten we eveneens rekening houden met het feit dat onze programma’s in vergelijking met het buitenland relatief goedkoop zijn, dus wordt de return on investment -vergelijking automatisch positiever en dit niet alleen omwille van de teller maar ook omwille van de noemer.
Een van de Europese en Belgische handicaps is dat we de grote investment bankers zelden naar hier krijgen om te rekruteren, terwijl zij vooral de grote salarissen uitkeren. Bij Harvard vloeit ongeveer een kwart van de afgestudeerden naar die investment bankers en een ander kwart naar de consultancybedrijven. Bij ons gaat het grootste deel – gelukkig – naar andere sectoren, buiten die traditioneel grote betalers.
Uiteindelijk besteden wij minder expliciet aandacht aan salarisstijgingen omdat we vinden dat de toegevoegde waarde niet enkel mag gezien worden in functie daarvan. Het is niet de bedoeling die absoluut te maximaliseren. Wij willen een totaalervaring presenteren, waaruit loon en promotie als nevenproducten kunnen voortkomen.”

> Opinies van het management
Hoe hoog schatten HR-verantwoordelijken de waarde in van een MBA op het curriculum vitae van een sollicitant? Stimuleren zij medewerkers om een opleiding te volgen? Pleiten ze voor een initieel of een executive programma? We stelden de vragen aan hetzelfde kwartet dat reeds getuigde over wat de opleiding voor hun eigen loopbaan betekende.
Stefaan Verduyn
Stefaan Verduyn stelt als consultant vast dat kandidaten met een MBA gemakkelijker op sollicitatie-interviews worden uitgenodigd: “Het is nog altijd een deuropener. Sommige studies worden soms meer of minder populair op een bepaald moment, maar de waarde van een MBA-opleiding leeft en blijft leven. In de executive MBA’s vrees ik wel dat er een wildgroei is. Men zet nogal gemakkelijk op zijn CV dat men een executive programma heeft gevolgd, maar de waarde daarvan is niet altijd even duidelijk. Voor- en nadelen zijn een tweesnijdend zwaard. Als je al werkervaring hebt, kan je efficiënter studeren vanuit de praktijk, maar dan moet je van je werkgever wel de kans krijgen om de opleiding te volgen. In een basisopleiding zit er een hele reeks vakken, die je erbij moet nemen, maar die je absoluut niet interesseren.”
Johan Aeyels
HR-manager Johan Aeyels heeft al veel medewerkers met, maar uiteraard nog meer zonder MBA-opleiding aangenomen: “Het nut is moeilijk te schatten en blijft sterk afhankelijk van de functie, het niveau en de ervaring die men kan meebrengen. Capsugel staat zeker open voor MBA’s. Op dit moment volgen drie van onze medewerkers een programma. Indien het nuttig is voor de persoon en realiseerbaar is binnen een afdeling, dragen wij daar graag een steentje toe bij. Een diploma levert niet direct een salarisverhoging op. Wij hopen wel op een bredere scope bij die personen, waardoor ze op termijn meer loopbaanmogelijkheden krijgen in het bedrijf. Dat kan onrechtstreeks salarisimplicaties hebben. Mijn advies is: kijk goed na of de inhoud past bij uw wensen en behoeften. Natuurlijk is ook hier de verhouding prijs/kwaliteit belangrijk.”
David Ducheyne
David Ducheyne had bij Henkel een internationale HR-functie met Europese rekrutering in Duitsland voor hij HR-director werd bij Case New Holland. Hij noemt zijn houding tegenover een MBA wat tweeslachtig: “Een postgraduaat moet een toegevoegde waarde hebben. Ik heb nooit begrepen waarom een economist direct na zijn studies een MBA doet, maar dat een psycholoog, socioloog of ingenieur een postgraduaat volgt om zijn bedrijfskennis te verbreden, vind ik wel zinvol. Het is eveneens nuttig dat een economist na vijf jaar werk een MBA-programma volgt, om zijn ervaringen eens te kaderen, te herbronnen of zich toe te spitsen op een bepaald onderdeel van de bedrijfscontext.
Je volgt een opleiding om een bredere kijk te krijgen of vlotter te evolueren, niet om meer geld te verdienen. Een MBA is een goede investering als je rugzak meer gevuld geraakt, je door extra competenties bewijst dat je meer verantwoordelijkheid aankan en zo sneller groeit. De rest volgt automatisch.
Een organisatie die meer geld biedt aan een persoon met een MBA zonder dat daar ervaring tegenoverstaat, is volgens mij verkeerd bezig. Ik heb mensen van Harvard of IESE aangeworven, maar wij hebben daarvoor nooit op zich meer betaald. Je betaalt voor ervaring, potentieel en marktwaarde.
Een diploma is niet altijd een garantie tot betere prestaties. Iemand met een MBA wil meer aan strategie werken. Dat is nefast als het te vroeg komt in de carrière en men nooit het echte handwerk van de kleine operationele jobs heeft gekend. Binnen het bedrijf heb je dan vaak betere mensen die door hun ervaring meer competenties bezitten en dus meer rechten hebben om zich in te laten met de strategie van de onderneming. Ik heb nooit geloofd in iemand die dat doet zonder bagage. Pas afgestudeerden krijgen dan een enorm hoofd, maar hun voeten zijn van leem en zo storten ze toch een keer in. Hetzelfde geldt voor consultancy. Consultants zonder ervaring op de werkvloer zijn minder geloofwaardig en mogen zeker niet meer geld vragen omdat ze een MBA dragen.”
Eric Van Gool
Het residentieel executive programma dat Eric Van Gool volgde, werd in belangrijke mate gefinancierd door Bacob, waar hij toen kaderlid was: “Dat was een investering omdat de organisatie geloofde in onze toekomst. Die investering komt op termijn terug naar het bedrijf. In papers of in de scriptie verdiep je problemen of cases die zich in die context aandienen. Uiteraard veronderstelt dit een zekere loyaliteit van de medewerkers.
Ik ben voorstander van een programma op executive basis met kaderleden die toch al minstens vijf jaar in de praktijk hebben gestaan. Daardoor krijgt de opleiding veel meer vlees en bloed, en kan veel beter de link gelegd worden tussen wat de theorie zegt en wat het nu betekent in de realiteit van elke dag. Hoe moet je een bedrijf organiseren en wat zijn daarbij de prioriteiten? Daarvoor heb je praktijkervaring nodig. Dat is een groot verschil met een veel theoretischer starters-MBA voor 22-jarigen die nog nooit een bedrijf aan de binnenkant hebben gezien behalve tijdens hun twee weken stage.Voor hen is het gewoon een voortzetting van hun traditionele opleiding.
Dit programma was een steun voor mijn ontwikkeling en had in die zin zeker een positieve invloed. Maar die stelling geldt niet andersom. Binnen een bedrijf moet je altijd eerst bewijzen wat je kan en niet wat er op je visitekaartje staat, je moet geloofwaardig zijn en je job zo goed mogelijk doen, maar daarbij kan een goede bijkomende opleiding je referentiekader wel verrijken en je capaciteiten verbreden.”
> Conclusie
Zijn de glorieuze dagen van de MBA voorbij? Als typisch Amerikaans of Angelsaksisch product voldeed het in die landen aan een nood. In Europa is er echter meer behoefte aan programma’s die de gehele problematiek integreren die komt kijken bij de carrièrestap van een specifiek functioneel naar een meer algemeen management of omgekeerd. De klassieke ongenaakbare icoon wordt dus best vervangen door een down-to-earth, of in dit geval back-to-business-versie. De scepsis over de rol van de managementscholen en over de intrinsieke toegevoegde waarde van hun opleidingen voor het bedrijfsleven, is hoe dan ook gezond omdat de scholen zich daardoor moeten blijven bewijzen en zich geen zelfgenoegzaamheid meer kunnen veroorloven.
Brengt een MBA geld op? De cijfers…
Een gedegen MBA-opleiding kost geld, soms veel geld. Is de return van de investering navenant? Maken MBA-ers meer kans op salarisverhoging of promotie en is een aanvullende opleiding een springplank naar een jobwissel die gunstig is voor de loopbaan? Met andere woorden, wat is de effectieve (geld)waarde van een MBA-opleiding en diploma? Twee onderzoeken brachten opmerkelijke resultaten aan het licht.
In maart 2004 werden 140 alumni van de Flanders Business School naar hun ervaringen gevraagd van bij de start van het executive MBA-programma tot drie jaar daarna. In totaal werd één op vijf afgestudeerden ondervraagd, wat een significante steekproef is. De resultaten zijn als volgt:

70% van de afgestudeerden zegden dat de MBA een sterke tot zeer sterke invloed heeft gehad op het verloop van hun carrière
98% van de alumni wijzigt van functie door promotie binnen de drie jaar na hun afstuderen
63% van de deelnemers van het programma kreeg binnen de drie jaar een loonstijging van 50% of meer. Voor 36% van de respondenten kwam er een loonsverdubbeling of meer gedurende de periode na de drie jaar.

Deze cijfers overtreffen de verwachtingen, omdat de deelnemers aan een executive MBA zich al op die loonladder bevonden door hun werkervaring. Daartegenover staat dat de kans op mislukken bij hen verkleint, omdat zij doelgericht komen vanuit hun expertise en reeds een preselectie ondergingen. Ook de specifieke focus van de Flanders Business School op innovatie en corporate entrepreneurship kent gunstige resultaten: drie vierde van de deelnemers start binnen de drie jaar na afstuderen met een innovatieve activiteit binnen of buiten hun bedrijf.
In mei 2004 publiceerde Trends de resultaten van een steekproef gehouden onder Vlerick-alumni. Ook hier werd gepeild naar ervaringen in loonsverhoging en jobwissel na een aanvullende managementopleiding:

86% van de respondenten had een andere functie dan op het moment van de opleiding
36% veranderde van functie binnen het jaar, 25% deed daar twee jaar over
het aantal werknemers dat rapporteerde aan de man of vrouw die de opleiding volgde, steeg fors. Waar vóór de opleiding slechts 3% meer dan 30 werknemers haalde, heeft na de opleiding 18% meer dan 30 werknemers onder zich en bij 3% is dat zelfs meer dan 500 werknemers geworden
iets meer dan de helft van de respondenten werkte niet langer in hetzelfde bedrijf en bijna een derde veranderde zelfs nog binnen het jaar na de opleiding van bedrijf, 29% startte met een eigen vennootschap
72% kreeg een salarisverhoging binnen het jaar, 26% haalde bij zijn eerste aanpassing een salarisverhoging van 10 tot 14%. Een andere 21% moest het stellen met 5 tot 9%. Samen met degenen die minder dan 5 procent kregen, heeft bij Vlerick 62% van de afgestudeerden een verhoging tot 14 procent gekregen.

Deze cijfers worden nog eens bevestigd in een ranking gepubliceerd op 1 november 2004 in de Financial Times. De alumni van een van de partnerprogramma’s van de Vlerick Leuven Gent Management School scoorden met 63% stijging in hun gemiddelde salaris in een periode drie jaar na hun afstuderen.

HR Square 19
Bruno Tindemans (Flanders Business School): “De discussie over de waarde van een MBA-diploma is niet nieuw. Bij elke minder goede conjunctuur steekt die opnieuw de kop op, zo’n beetje zoals het monster van Loch Ness.”
Bruno Tindemans
Koen Fasseur

HR Square 19
Roland Vandierdonck (Vlerick Leuven Gent Management School): “Wij besteden minder aandacht aan salarisstijgingen omdat we vinden dat de toegevoegde waarde niet enkel mag gezien worden in functie daarvan. Wij willen een totaalervaring presenteren, waaruit een hoger loon en promotie als nevenproducten kunnen voortkomen.”
Roland Vandierdonck
RCA

HR Square 19
Frank Bostyn (UAMS): “De reacties zijn verschillend: sommige scholen maken van hun programma’s wat ze zouden moeten zijn, andere verlagen hun selectiedrempel en nog andere zoeken naar de toegevoegde waarde in specifiek georiënteerde masterprogramma’s.”
Frank Bostyn
UAMS

Plaats hier uw vacature - neem contact op met [email protected]

Aanmelden

Als lid van HR Square hebt u ook de mogelijkheid de digitale versie alsook de archieven van het tijdschrift te raadplegen via onze website.

Ben jij klaar om helemaal mee te zijn in de wereld van HR? HR Square Nieuwsbrief brengt je tweewekelijks een overzicht van de belangrijkste feiten, trends en gebeurtenissen in HR-land.

Bovendien krijg je een handige lijst van must-attend HR-events, zodat je niets hoeft te missen.

Gratis in je mailbox. Het enige wat je hoeft te doen is je registreren!