Mannelijke hogere bedienden kregen veel vaker die flexibele werktijden omwille van professionele redenen, dan hun vrouwelijke collega’s. Opmerkelijk is dat er geen verschil is in de reactie van mannelijke dan wel vrouwelijke managers. Beide discrimineren evenveel.
Mannelijke lagere bedienden kregen ook veel vaker flexibele werktijden omwille van familiale redenen, dan vrouwen. Meer zelfs, vrouwelijke lagere bedienden konden het minst van allemaal rekenen op flexibele werktijden.
Achterhaalde stereotypen gecombineerd met gender-discriminatie
De onderzoekers zien verschillende verklaringen. Managers veronderstellen immers dat wanneer vrouwen flexibiliteit vragen dit het begin van het einde betekent. Dat vrouwelijke werknemers almaar minder uren zullen werken en uiteindelijk de werkvloer verlaten ten voordele van hun gezin. Bij mannen daarentegen wordt flexibiliteit gezien als een uiting van hoge betrokkenheid bij het werk.
Deze redenering steunt, volgens de onderzoekers, op achterhaalde stereotypen over de rol van mannen en vrouwen. “De achterliggende redenering is immers dat een man die zich nauw betrokken voelt bij zijn gezin, dit vertaalt in een grotere betrokkenheid bij zijn werk. Anders gezegd, door harder te werken, toont hij hoeveel hij van zijn gezin houdt.”
Een andere verklaring is dat flexibiliteit ‘verdiend’ moet worden. “Leidinggevenden vertrouwen kaderleden sneller omdat de gelijkenis tussen hen beide groter is. De leidinggevende gaat er dan ook vanuit dat hogere bedienden geen misbruik zullen maken van flexibiliteit. Werknemers die veel lager op de carrièreladder staan, worden sneller gewantrouwd en dus verdacht van misbruik.
Bron: SHRM