Uit de studie blijkt dat medewerkers het leerklimaat als minder positief evalueren dan leidinggevenden. Zo beoordelen medewerkers opleidingen als minder toegankelijk dan leidinggevenden. Waar 61 procent van de leidinggevenden aangeeft dat medewerkers voldoende kansen krijgen om met hun leidinggevende te praten over training- en opleidingsmogelijkheden, deelt slechts 50 procent van de medewerkers die mening.
Ook over de leervisie zijn leidinggevenden positiever. 62 procent van de medewerkers zegt dat de voordelen van leren over het algemeen opwegen tegen de inspanningen die ze ervoor moeten doen, in vergelijking met 75 procent van de leidinggevenden.
Leeftijd
Leeftijd wordt vaak als een factor gezien die invloed heeft op de percepties van leren. Toch blijkt dat er een grote gelijkheid in percepties bestaat over de verschillende leeftijdscategorieën heen. De grootste impact die leeftijd had op het leerverhaal is gerelateerd aan de jongste leeftijdscategorieën. De perceptie van het leerklimaat van de jongste generatie verschilt aanzienlijk van de andere leeftijdscategorieën en dus niet alleen met de vijftigplussers.
Hiervoor is geen eensluidende verklaring te geven. Organisaties verwijzen naar de leergierigheid van jongeren in een nieuwe werkomgeving. Ze wijzen ook op de aandacht die de organisatie aan deze jongste groep medewerkers besteedt. Hierbij vormen training en opleiding vaak een hulpmiddel om ze zo snel als mogelijk ’up to speed’ te krijgen en met hun takenpakket vertrouwd te maken.
Geslacht
Vrouwen schatten het leerklimaat vaak als positiever in dan mannen. In vergelijking met mannen, schatten vrouwen zowel de formele als de informele toegankelijkheid hoger in, verklaren zij dat ze meer ondersteuning, autonomie en verbondenheid ondervinden, en ze geven aan dat de transfer voor leren beter ondersteund wordt.
Omdat vrouwen ook binnen een formele onderwijscontext (de school) vaak beter scoren, omdat zij plichtsbewuster zijn met betrekking tot leren, kan het zijn dat dit verschil in perceptie ook daaraan te wijten is. Al kan dit verschil ook voortvloeien uit het feit dat vrouwen maar recent binnen de actieve beroepsbevolking een steeds grotere groep vormen. Daardoor is de laatste jaren mogelijk meer aandacht aan deze groep besteed. Het verschil in perceptie is dan te verklaren vanuit het feit dat vrouwen en mannen voor training en opleiding andere kansen krijgen.
Aantal jaren in dienst
Hoe organisatieleden het leerklimaat inschatten, hangt ook af van het aantal jaren dienst. Zo neemt de aanvankelijk positieve perceptie stilaan af naarmate men langer in dienst is, met opnieuw een lichte stijging na 20 jaar dienst. “Mogelijk krijgen nieuwe medewerkers meer leerkansen en ondersteuning in hun leerproces dan medewerkers die reeds langer in dienst zijn. Ook is het mogelijk dat meer ervaren medewerkers nieuwe kansen binnen hun organisatie krijgen, waardoor zij opnieuw leerkansen krijgen voor het aanleren van nieuwe vaardigheden.”
Medewerkers met een gemiddelde anciënniteit zijn dan ook het meest kwetsbaar. Meer aandacht voor deze tussengroep van medewerkers is hier aangewezen om ook hen optimaal te blijven betrekken in het ‘levenslang leren’.
Het leerklimaat in organisaties wordt anders gepercipieerd door verschillende groepen. “Het is belangrijk om stil te staan bij deze verschillen en na te gaan of deze verschillen ook optreden binnen uw eigen organisatie. Zo kan het aangewezen zijn om maatregelen te nemen die net die groep van medewerkers opnieuw optimaal betrekt in het leerklimaat”, besluiten de onderzoekers.