Een en ander staat te lezen in een studie over de ‘Financiële gezondheid van de ondernemingen in Oost-Vlaanderen’ van de Kamer van Koophandel. Eind 2002 kampte bijna een kwart van de bedrijven met liquiditeitsproblemen, onder meer omdat de banken minder vlug met kredieten over de brug komen. Bedrijven moeten daarom op kortere termijn afbetalen aan hun leverancier waardoor ze financieel in de problemen komen. Meer dan 2.400 ondernemingen, bijna negen procent van de Oost-Vlaamse bedrijven, kan zonder drastische ingrepen niet meer overleven. “Daarvan zal naar schatting de helft ook daadwerkelijk failliet gaan”, zegt Marcel Verschelden. Het aantal op korte termijn bedreigde jobs in Oost-Vlaanderen werd eind 2001 op 4.468 geraamd. Eind 2002 bedraagt die raming 10.109. Opvallend is dat er bij de bedreigde ondernemingen ook enkele grote spelers zijn. “Wij raden KMO’s aan een financiële buffer aan te leggen om de moeilijke periode door te komen”, zegt afgevaardigd bestuurder Karel Uyttersprot. De Kamer heeft een denktank opgericht die een toekomstvisie moet uitstippelen voor de Oost-Vlaamse economie en vraagt de overheid om meer ruimte ter beschikking te stellen van bedrijven. Zegt Uyttersprot: “Wie wil uitbreiden of verhuizen, vindt vaak geen terrein meer. Wij willen ook een beter uitgebouwd openbaar vervoer en minder hinder door wegenwerken”.